Een wereld met economische divergentie en verscheidenheid in rentepolitiek
De Verenigde Staten heeft een gezonde economische groei, terwijl Europa en Japan maar moeizaam vooruitkomen.
Consumptie in de Verenigde Staten en Europa maakt een draai naar voorzichtigheid.
Westerse centrale banken staan klaar om hun rentebeleid te versoepelen, terwijl Japan een koers richting hogere rentetarieven inslaat.
Ontbrekende katalysator resulteert in stagnerende economieën
De sterkte van de Amerikaanse economische groei in 2023, met een reële groei van +2,5% ten opzichte van 2022, vormde een scherp contrast met de economische groei in de eurozone, die slechts +0,4% bedroeg. Vooral in de laatste kwartalen van 2023 liepen de economieën van de Verenigde Staten (VS) en de eurozone sterk uiteen. De groei van de Amerikaanse economie werd aangedreven door consumptie, met een kwartaal-op-kwartaal toename van 1,2% in het derde kwartaal en 0,8% in het vierde kwartaal. De eurozone wist een technische recessie, gedefinieerd als twee opeenvolgende kwartalen van negatieve groei, nipt te vermijden dankzij een nulgroei in het vierde kwartaal. Opvallend is dat de Zuid-Europese landen bijdroegen aan het verhogen van de Europese groeicijfers, mede dankzij toerisme, terwijl de Duitse economie te kampen had met een recessie. Dit illustreert een verschuiving in het consumptiegedrag in het post-covid tijdperk: consumenten geven de voorkeur aan het besteden van geld aan ervaringen en belevingen, terwijl ze besparen op de aankoop van goederen. De dienstensector, waaronder toerisme, bleef in 2023 een steunpilaar, terwijl de industriële productie een aanzienlijke terugval optekende. In januari was de Europese industriële productie 7% lager dan een jaar eerder.
De Europese sentimentsindicatoren voorspellen helaas weinig verbetering in de komende kwartalen. Hoewel de Europese industriële vertrouwensindicatoren een vertraging laten zien in het langdurige neerwaartse traject, wijzen ze nog steeds op een lichte krimp. De capaciteitsbenutting in de industrie heeft het laagste niveau bereikt sinds het laatste kwartaal van 2020. Het ondernemersvertrouwen in de dienstensector wijst op verdere stagnatie. Met name de eurozone heeft dringend behoefte aan een katalysator om de economie weer op het pad van solide groei te brengen. Ook Japan, een andere industriële grootmacht, zou gebaat zijn bij zo’n impuls. De Japanse consument heeft de uitgaven in de laatste drie maanden van het jaar met 0,3% verminderd ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Dankzij een sterke toename van de bedrijfsinvesteringen in het vierde kwartaal, kon de Japanse economie een lichte groei van 0,1% optekenen in het laatste kwartaal van 2023, waarmee ook Japan net aan een recessie ontsnapte. Zowel de Europese als de Japanse economieën lijken vooralsnog niet uit de stagnatie te komen waarin ze sinds 2022 verkeren.
Consumenten revolteren tegen prijsstijgingen
De sterke groei van de Amerikaanse economie in de tweede helft van 2023 werd voornamelijk aangewakkerd door de Amerikaanse consument, die royaal geld uitgaf. Recente consumptiegegevens tonen echter aan dat Amerikanen nu voorzichtiger zijn met hun uitgaven. De Amerikaanse detailhandelsverkopen lieten in januari een opmerkelijke daling zien van 1,1%, de grootste afname sinds november 2022, gevolgd door een bescheiden herstel van 0,6% in februari. Wanneer men de volatiele auto- en energieverkopen buiten beschouwing laat, waren de cijfers nog teleurstellender. De gemiddelde rentevoet op kredietkaarten voor de kooplustige Amerikaan is inmiddels opgelopen tot 25%, terwijl het aantal wanbetalingen op kredietkaarten stijgt. Dit schetst een somber beeld voor de groei van de Amerikaanse economie in het eerste kwartaal van 2024.
De stemming onder Europese consumenten is pessimistisch. De laatste keer dat de Europese detailhandelsverkopen op jaarbasis een stijging lieten zien, was in september 2022. In België daalden de verkoopvolumes in januari met 3,8% ten opzichte van het voorgaande jaar. De significante daling in verkoopvolumes laat zien dat consumenten genoeg hebben van de aanhoudende prijsstijgingen. Dit resulteert niet alleen in een afname van de prijszettingsmacht voor bedrijven, maar de verminderde vraag van consumenten ondermijnt ook de economische vooruit- zichten voor de komende maanden.
The Great Resignation stokt door afkoelende arbeidsmarkt
Hoewel de consumptie van gezinnen vertraagt, blijven de gezinsuitgaven ondersteund door de gunstige positie van werknemers op de arbeidsmarkt. De werkloosheidsgraad in de eurozone daalde in januari naar een historisch dieptepunt van 6,4%, ondanks het toenemende aantal ontslagen bij industriële bedrijven. In de Verenigde Staten zagen we de werkloosheidsgraad in februari stijgen naar 3,9%, terwijl deze een jaar eerder nog op 3,4% stond. De Amerikaanse arbeidsmarkt begint tekenen van afkoeling te vertonen. ‘Eindelijk!’ horen we de centrale bankiers zuchten. Sinds de COVID-19-pandemie werd in de Verenigde Staten gesproken over “The Great Resignation” (of in het Nederlands “Het Grote Ontslag”), waarbij de krapte op de arbeidsmarkt leidde tot een hoog aantal werknemers die zelf ontslag namen om elders betere kansen te zoeken. Nu de vraag naar arbeid bij bedrijven duidelijk afneemt, zien we het aantal vrijwillige ontslagen (de quits rate) dalen tot een niveau dat lager is dan vóór de pandemie. Dit duidt mogelijk op het einde van “The Great Resignation”.
Deze veranderingen zetten ook druk op de loongroei. In de Verenigde Staten was er een verdere afname in de groei van arbeidskosten in het laatste kwartaal van 2023, met de Employment Cost Index (ECI) die terugviel naar 4,2%. Dit duidt op een mogelijke verdere afname in de komende kwartalen. Hoewel de inflatiecijfers in de laatste maanden van 2023 zowel in de eurozone als in de Verenigde Staten sneller dan verwacht daalden, tonen de eerste maanden van 2024 aan dat de strijd tegen inflatie nog niet volledig gestreden is. De aanhoudende sterkte in de dienstensector en geopolitieke onzekerheden, vooral in het Midden-Oosten en de activiteiten van Houthi-rebellen in de Rode Zee, houden de prijsvolatiliteit van containervervoer en grondstoffen zoals olie hoog. Hoewel de desinflatoire trend doorzet, kunnen de laatste stappen naar het bereiken van de inflatiedoelstelling van 2% bijzonder uitdagend blijken.
Japanners, die lange tijd weinig met inflatie te maken hadden, worden nu, naast het aanschouwen van de rijzende zon, geconfronteerd met stijgende prijzen. De Inflatie bevindt zich in Japan al 22 opeenvolgende maanden boven de 2%-doelstelling van de Bank of Japan. Daarnaast bedong het Rengo, de grootste vakbondsfederatie van Japan, een loonsverhoging van gemiddeld meer dan 5% voor de bescheiden Japanners. Dit vertegenwoordigt de grootste loonstijging in meer dan 30 jaar!
Voorzichtige rentedalingen in het verschiet
Westerse centrale banken bereiden zich voor om vanaf de zomer geleidelijk aan de ‘zuurstofkraan’ verder open te draaien, wijzend op een voorzichtige afname van rentetarieven. De aanvankelijke verwachtingen van snelle renteverlagingen, zoals door financiële markten ingeprezen werd rond de jaarwisseling - en als te optimistisch beschouwd in onze vorige EconoViews - zijn inmiddels neerwaarts bijgesteld. Hoewel de Europese Centrale Bank (ECB) leek te wachten op de eerste renteverlaging van de Federal Reserve (FED), wordt ze nu mogelijk gedwongen sneller te handelen. Ondanks dat de Europese inflatie de 2%-doelstelling nog niet heeft bereikt, lijkt de ECB klaar te staan om in het tweede kwartaal de Europese economie te stimuleren met een renteverlaging. De FED is ook bereid om met voorzichtige stappen de beleidsrente te verlagen, maar voelt gezien de economische sterkte en hardnekkige inflatoire factoren minder druk om dit te doen. FED-gouverneur Bostic van de staat Atlanta pleitte in maart voor voorzichtigheid bij het doorvoeren van renteverlagingen. Hij wees op signalen dat bedrijven de rentedalingen al anticiperen, wat het risico met zich meebrengt dat er na daadwerkelijke renteverlagingen een nieuwe vraagschok kan optreden. Deze schok zou prijsstijgingen weer kunnen aanwakkeren.
Het restrictieve monetaire beleid van de centrale banken is duidelijk gericht op het bestrijden van inflatie. Wanneer we echter naar de huidige financiële marktomstandigheden in de Verenigde Staten kijken, valt op dat deze recentelijk aanzienlijk zijn versoepeld. Dit betekent zelfs dat het huidige investeringsklimaat voor bedrijven het soepelste is sinds het begin van 2022. De redenen hiervoor zijn de positieve economische ontwikkelingen in de Verenigde Staten, de relatief hoge waarderingen op de aandelenmarkt gekoppeld aan beperkte volatiliteit, en de relatief stabiele vastgoedprijzen. Daarnaast spelen vooral de lage krediet- risico’s een rol, die zich uiten in de laagste kredietspreads voor kredietwaardige bedrijfsobligaties in de VS, waardoor de financiële voorwaarden voor bedrijven momenteel zo gunstig zijn.
In navolging van diverse centrale banken uit opkomende landen, zullen westerse centrale banken richting de tweede helft van 2024 het rentebeleid voorzichtig versoepelen. Opnieuw zal de Japanse centrale bank de vreemde eend in de bijt vormen. Na meer dan dertig jaar gericht te zijn geweest op het stimuleren van inflatie en economische groei, stapte de Bank of Japan (BOJ) in maart af van het beleid van negatieve rentetarieven (NIRP) door de beleidsrente te verhogen van -0,1% naar een bandbreedte van 0% tot +0,1%. De BOJ zal doorgaan met het aankopen van overheidsobligaties in hetzelfde tempo, maar zal stoppen met het opkopen van andere activa, waarmee het een einde maakt aan de strikte controle over de rentecurve. Zo wordt Japan, naast het land van de rijzende zon en stijgende inflatie, ook tijdelijk het land van de stijgende rente.