De Belgische beurs: tussen bakstenen en aandelen
De Belgische aandelenmarkt is bijna volledig losgekoppeld van
de gemiddelde Belgische consument, en de dikwijls zwaar getroffen aandelenkoersen dempen voorlopig het enthousiasme.
De vastgoedmarkt blijft voor de meeste Belgen de belangrijkste investering, terwijl vastgoedaandelen het moeilijk hebben door de renteschok.
De koopkracht van de gemiddelde Belg blijft dankzij de automatische loonindexering grotendeels intact, terwijl supermarktprijzen stabiliseren en de economie naar verwachting gezond zal groeien met 1,2% per jaar.
De Belgische aandelenmarkt vanuit het standpunt van de Belgische consument
De Belgische aandelenmarkt koppelen aan de toestand van de Belgische consument is een riskante onderneming. De meeste consumenten hebben namelijk weinig tot niets te maken met Belgische aandelen, tenzij ze voor beursgenoteerde bedrijven werken. Nochtans schreef beurskenner André Kostolany lang geleden: “Die Börse ist das ganze Leben” (De beurs omvat het hele leven). De beurs is een gevoelige graadmeter voor wat er in de brede maatschappij gebeurt. Met kille Duitse logica kunnen we de beurs omschrijven als een plaats waar kopers en verkopers elkaar ontmoeten en waar de prijs van een aangeboden goed wordt bepaald door vraag en aanbod. Overtreft de vraag het aanbod, dan stijgt de koers, en omgekeerd.
De torenhoge vraag naar aandelen van Nvidia, Microsoft en Apple vertaalt zich in navenante koersen, glorieuze getuigen van de triomf van het ons zo bekende gigantisme. De verliezers staan te druilen in een hoekje. De meeste Belgische aandelen bevinden zich in het kamp van de verliezers. Er is bitter weinig vraag naar. Heel wat aandelen noteren op langjarige dieptepunten. Zo verloor Umicore dit jaar alleen al 45% van zijn waarde (!). Sinds de intrede van de Belgische staat het zelfs een derde lager. Het aandeel nadert het koerspeil van 2006. Sinds 2021 ging liefst 10 miljard euro aan beurswaarde in rook op. Galapagos dook dit jaar 36% in het rood en verloor ruim 14 miljard euro aan beurswaarde. Barco, die nochtans tot de technologiesector wordt gerekend, tekende een verlies op van 31% en zag 1,8 miljard euro verdampen. Daar wordt een belegger in Belgische aandelen niet vrolijk van. Voor veel aandelen is de return beperkt tot het jaarlijkse dividendrendement.
Een van Kostolany’s adviezen was om aandelen te kopen en vervolgens slaappillen 17 te nemen om pas na twintig jaar wakker te worden. In principe een uitstekende strategie. Wie dat echter deed met een korf Bel20-aandelen heeft over die twintig jaar enkel van een dividendrendement genoten (momenteel 3,2%).
Waar is de tijd dat de Belgische beurs tot de top van Europa werd gerekend? In de jaren 1980 was er een revival, en veel bedrijven waren nauw verbonden met de lokale consument. Colruyt, Delhaize en GIB waren lange tijd, samen met Electrabel en Petrofina, nauw verbonden met de Belgische economie. Dat is natuurlijk veranderd. Het grootste aandeel van onze beurs, AB InBev, is verbonden met de consument, maar dan wereldwijd. Helaas bevindt het zich in een niche van de consumentenmarkt waar er een jaarlijkse krimp is van enkele procenten tot 10% per markt. Alcohol, en binnenkort suiker, zijn de schietschijf van de bewustere consumenten wereldwijd. Het is een trend, geen tijdelijk fenomeen.
De Belg wordt vaak beschreven als iemand die met een baksteen in zijn maag geboren wordt. Ongeveer 72% van de Belgen bezit een eigen woning. Voor de meeste Belgen is dit hun grootste en beste belegging. Belgen die de afgelopen jaren in beursvastgoed hebben geïnvesteerd, ervaren echter eerder een baksteen op hun maag. De sterke renteverhogingen door de ECB in 2022 en 2023 hebben de bedrijfsmodellen zwaar onder druk gezet, wat resulteerde in forse dalingen van de beurskoersen, zelfs bij de beste en meest gezonde vastgoedbedrijven. Als troostprijs was er een dividend, dat echter vaak in nieuwe aandelen werd uitbetaald.
Het vastgoedvermogen van de Belgen wordt geschat op zo’n 1.900 miljard euro. Vergeleken daarmee is de waarde van de beursgenoteerde bedrijven peanuts. AB Inbev, de reeds vermelde grootste bierbrouwer ter wereld, (goed voor een kwart van de wereldmarkt), is nog amper 100 miljard euro waard. Het was ooit het dubbele. De op één na grootste bedrijven (KBC, UCB) zijn “slechts” 6 miljard euro waard. Kortom, voor de Belgische consument is de evolutie van de Belgische huizenprijzen voorlopig van veel groter belang dan de perikelen van de Bel20. Na de waanzin van de afgelopen jaren, waar kopers tegen elkaar opboden, lijkt de nuchterheid teruggekeerd. Leningen zijn aanzienlijk duurder geworden en worden minder vlot toegekend. Het transactievolume is gedaald en de prijzen lijken te stabiliseren.
De baksteen in de maag van de Belg
Over de koopkracht van de “gemiddelde” Belg is veel geschreven. Volgens sommigen bleef die koopkracht intact, voornamelijk dankzij de indexering. Niet iedereen kan echter even vlot de eindjes aan elkaar knopen aan het einde van de maand. De grote prijsstijgingen in de supermarkten lijken echter achter de rug. De kosten voor de supermarkten lijken zelfs weer iets sneller toe te nemen dan de verkoopprijzen. De concurrentie neemt toe, zowel onder de supermarkten als tussen de grote producenten. De sprong in de prijzen van 2022 blijft echter voorlopig “verankerd”, waardoor een goed gevulde winkelkar nog steeds een flinke hap uit het budget neemt. Dat is niet alleen in België zo, maar in de hele westerse wereld.
De Nationale Bank van België verwacht voor België een economische groei van 1,2% voor 2024, 2025 en 2026. In principe een gezond uitgangspunt. Enkele decennia geleden zou dit nog een verontrustend laag cijfer zijn geweest, maar het is de nieuwe realiteit. De grote economische bewegingen worden bepaald door demografie, politiek en rentebeleid. Centrale banken hebben een bijzonder grote impact. In 1990 verhoogde de Duitse centrale bank, de Buba of Bundesbank, het discontotarief van 8,0% naar 8,75%. De Buba duwde heel Europa, en vooral het zuiden van Europa, in een recessie voor louter binnenlands gebruik (oplopende inflatie als gevolg van de Duitse eenmaking). De ECB verhoogde in juli 2022 de jarenlang negatieve rente van een half procent naar nul. In het daaropvolgende jaar werd de beleidsrente in negen stappen verhoogd naar 4% Dit heeft echter nog niet tot een crisis geleid.
De internationale politiek is momenteel de grote stoorzender. De Belgische consument merkt daar voorlopig weinig van, maar de belegger in aandelen des te meer. De afgelopen twee weken verloren Europese aandelen in snel tempo aan waarde. Als president Macron in Parijs beslist, dan heeft dat ook invloed op de beurs van Brussel. Voorlopig laat de Belgische consument het niet aan zijn hart komen, maar het consumentenvertrouwen blijft wel afzwakken. Het worden nog spannende maanden waarin de politiek de hoofdrol zal opeisen.
En wat de Belgische consument betreft: hij heeft van speculoos een wereldproduct gemaakt. Dank daarvoor!