Marktvolatiliteit keert terug in het tweede kwartaal
Waar tijdens het eerste kwartaal de rust terugkeerde op de financiële markten, was het tweede kwartaal volatieler. De “risk-on” rally in aandelen (beleggers stuwen de beurzen omhoog omdat ze meer risico willen nemen), die al in november vorig jaar begon, zette zich verder door in de Verenigde Staten (VS), maar stokte elders. Obligatiemarkten schommelden tussen winst en verlies, en ook grondstoffen, waaronder goud, waren volatiel en droegen niet veel bij aan de prestaties.
Het al dan niet wegebben van inflatie bleef de financiële markten in de ban houden. Het tweede kwartaal begon met inflatieangst, aangewakkerd door sterker dan verwachte macro-economische data in de VS. In de loop van mei werden ver- volgens zowel inflatieverwachtingen als macro-economische data neerwaarts bijgesteld. Centrale banken bevestigden dit: de ECB voerde een eerste renteverlaging door, en de Federal Reserve houdt vast aan minstens één renteverlaging voor het einde van het jaar.
Onzekerheid over inflatie ging gepaard met twijfels over de staatschulden in de VS en Europa, en dit in een politiek onzeker klimaat. In de VS zorgen de hoge schuld- graad en de begrotingstekorten voor ongerustheid, vooral nu Donald Trump in de peilingen leidt. In Europa is de situatie wat betreft begrotingen en politieke stabiliteit minder eenduidig. Hier zorgt vooral de gok van Emmanuel Macron voor de nodige volatiliteit. Frankrijk verloor een graad in haar kredietkwaliteit en heeft een hoger tekort en een hogere schuldgraad dan België.
De slingerbeweging in renteverwachtingen en het politieke drama hadden repercussies op de obligatiemarkten. Bedrijfsobligaties bleven het beter doen dan staatsobligaties, vanwege de onzekerheid rond een vloedgolf van uitgiftes en politiek. In Europa steeg de spread tussen Frans en Duits staatspapier. Daarnaast is het verrassend dat, met rentetarieven die hoger zijn dan verwacht voor een langer dan verwachte periode, meer risicovol “high yield” schuldpapier goed blijft presteren, en zich tot nu toe geen gevreesde kredietgebeurtenis of ‘credit event’ (waarbij een bedrijf of overheid zijn betalingsverplichtingen niet kan nakomen) heeft voorgedaan.
De aandelenmarkten zetten de positieve trend van begin 2024 voort, zij het met een grotere geografische spreiding. De VS trok de MSCI World Index omhoog, vooral dankzij opnieuw een sterk kwartaal in technologie, gedreven door het AI-thema. De investeringsgolf in AI stuwde aanvankelijk de chipmakers, met name het dominante Nvidia, en de infrastructuurspelers. Daarnaast waren ook bedrijven in trek die zullen profiteren van het energieverbruik van de geplande AI- infrastructuur, variërend van elektrificatiespecialisten tot nutsbedrijven. Europese markten deden het goed tot begin juni. Daarna was vooral Frankrijk zwak na de gok van Macron. Tot slot was het beeld in opkomende markten niet uniform, met politiek als een belangrijke katalysator. China krabbelde overeind na pogingen van Xi Jinping’s CCP (Chinese Communistische Partij) om zowel de aandelen- als vastgoedmarkten te stabiliseren. Bij hoogvliegers uit het recente verleden, zoals India en Mexico, zorgden electorale verrassingen daarentegen voor een correctie.
Op sectorniveau was de rally breed gedragen, dankzij positieve kwartaalresultaten. Technologie voerde de lijst aan, met vooral sterke prestaties van producenten van halfgeleiders en halfgeleiderapparatuur, en van cloudspelers, aangedreven door - opnieuw - AI. Ook cyclische aandelen waren sterk in trek, dankzij verbeterde resultaten. Toch bleven beleggers zeer selectief. De drie trends, die we vorig kwartaal identificeerden, zetten zich voort. Ten eerste was er een grote spreiding tussen “winnaars” (zoals Michelin in de auto-industrie, of Inditex in de kledingsector) binnen sectoren en de rest. Ten tweede werden positieve groeiverwachtingen beloond en vice versa (zie in de farmaceutische sector Novo Nordisk tegenover de rest van de sector). En ten derde was het “verhaal” vaak belangrijker dan de waardering.
Op de grondstoffenmarkten deed goud het opnieuw goed, ondanks de stijgende rentevoeten. De belangrijkste kopers van goud blijven de centrale banken van niet-westerse landen, ter diversificatie en als geopolitieke bescherming. In industriële metalen was het dit keer koper dat een “squeeze” kende, waarbij een combinatie van agressieve kopers, in dit geval China, en aanbodtekorten op middellange termijn een opwaartse spiraal veroorzaakte.
We blijven vasthouden aan een gediversifieerde portefeuille gericht op aandelen met sterke balansen en kasstroomgeneratie, evenals obligaties, technologie, klimaat en goud (bij correctie). De dollar kan volgens ons wat versterken gezien de zwakte van de Europese economie.