Jeroen Kerstens behaalde de Master Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen in juni 2015 waarna hij zich verder specialiseerde met een bijkomende Master of Finance aan de Antwerp Management School. Na een stage bij een Europese asset manager vervoegde Jeroen Econopolis in juli 2016. Hij beheert portefeuilles voor zowel private als institutionele klanten. Tevens is Jeroen lid van het Asset Allocatie Committee en het Investment Committee door als macro-econoom beide comités van een economische outlook te voorzien.
Nieuwe besmettingsgolven zullen ook het economisch herstel in golven laten verlopen
'Dit artikel verscheen in Het Laatste Nieuws op 20/08/2020'
De manier waarop landen de corona-epidemie aanpakken, is erg belangrijk voor hun economieën want er is een duidelijk verband tussen de twee. De beurzen daarentegen lijken deze dalende trends ook tijdens de tweede coronagolf, die in veel landen toeslaat, nog altijd niet te volgen, merken Geert Noels, CEO en Hoofdeconoom van Econopolis, en zijn collega Jeroen Kerstens, macro-econoom en Wealth Manager bij Econopolis. “Veel van deze schade gebeurt in een eerste fase bij kleinere bedrijven: horeca, evenementen, toerisme,… Het zijn belangrijke economische sectoren, maar niet voor de beurzen.” Waar moet je dan als belegger rekening mee houden?
Alle landen hebben te maken met een serieuze groeikrimp. Toch weten landen die de epidemie hebben kunnen beperken ook de economische krimp in te dammen tot -5%. De slechtste leerlingen hebben een tweecijferige groeikrimp. En de rekening loopt nog: hoe meer golven en hoe zwaarder de ingrepen, hoe zwaarder de economische rekening nog zal worden.
De beurzen lijken zich van de economische realiteit niet zoveel aan te trekken. Ook de coronagolven hebben de beurzen niet beroerd. Al die doemberichten worden gedempt door monetaire doping en door de dagelijkse portie hoop op een vaccin. Maar zal dat ook zo blijven?
De beklimming van de coronavallei
Toen de verspreiding van het coronavirus de Chinese landsgrenzen oversteeg en het plots een globaal gezondheidsrisico werd, startte een nooit geziene verkoopgolf op de financiële markten. In drie weken tijd verloren Europese en Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven 40% van hun beurswaarde en gingen de rentes op staats-en bedrijfspapier hoger. Beleggers hebben zich toen niet vergist over de enorme impact op de bedrijven. Ze waren zelfs vrij snel rationeel en stuurden de “oude economie” een pak dieper dan de “digitale economie”. Verkoopgolven zijn ook logisch, omdat beleggers liquide middelen (cash geld, geld op een bankrekening, beleggingen die snel kunnen worden omgezet naar geld,...) nodig hebben om de schok op te vangen en sommigen plots beseffen dat ze veel te veel risico hebben opgestapeld. Dat moeten ze dan in de slechtst mogelijke omstandigheden afbouwen. Maar dat is net wat opportuniteiten creëert voor beleggers die geduldig waren geweest.
Verkoopgolven zijn dus niet ongezond: ze brengen discipline en kansen. Het waren deze keer trouwens vooral de centrale banken die panikeerden en deze golven zo snel mogelijk wilden stoppen. Vanuit Frankfurt, Washington en Peking klonk een opbod aan beloftes en opkoopprogramma’s, en dat ging onverminderd door. Achteraf zal duidelijk worden wie het meeste kocht: beleggers of centrale banken. In ieder geval is er een wisselwerking: als een Pavloviaanse reactie weet de mondiale belegger de weg naar risico als hij het fluitje hoort van de centrale bankier.
Maar ondertussen is de maatschappelijke en economische schade niet te overzien. Terwijl de beurzen al uit de coronavallei zijn, is de economie nog aan het rechtkrabbelen. De diepste ravijnen werden snel verlaten, maar het is de laatste 20% die het meeste moeite kost, en ook de grootste schade oplevert.
Een maatschappij waarin social distancing het nieuwe normaal is, zal voor heel wat bedrijven tot een fors lagere omzet en voor een groot aantal tot een faillissement leiden. Nieuwe besmettingsgolven zullen ook het economisch herstel in golven laten verlopen. Nationale lockdowns lijken hierbij minder waarschijnlijk, maar de tussenvorm is ook erg schadelijk. Een regionale of lokale aanpak zorgt ervoor dat de economie op een waakvlam blijft, maar echt normaliseren is dat niet. Zelfs bij dergelijke lokale maatregelen gaat de volledige economie schade blijven lijden: consumenten besteden minder, sommige jobs worden niet meer uit slaapstand gehaald, overheden stapelen tekorten op en bedrijven stapelen verliezen op of stellen investeringen noodgedwongen uit.
Maar veel van deze schade gebeurt in een eerste fase bij kleinere, niet beursgenoteerde bedrijven. Horeca, evenementen, toerisme,… het zijn belangrijke economische sectoren, maar niet voor de beurzen. Alleen als het écht erg wordt, krijg je besmetting op grote beursgenoteerde bedrijven: de bierbrouwers, de banken of enkele toeleveranciers. Het is alsof de beurs vooral teert op de 90% die hersteld is, en de 10% die geveld is door het virus buiten de beurzen gebeurt.
Een tweede coronagolf, of een derde, zal dit beeld niet veel wijzigen. Maar toch zou het gevaarlijk zijn om de domino-effecten te onderschatten. De financiële crisis van 2008 had niets te maken met virussen of pandemieën, en gebeurde ook in golven. De domino-effecten duurden verder tot na 2011, toen Dexia viel, of Griekenland de EU in een eurocrisis stortte.
De corona-winnaars en -verliezers op de beurs
Beleggers hebben rationeel een keuze gemaakt tussen de winnaars en verliezers van de coronacrisis. We evolueren sneller naar een meer digitale en lokale economie met aandacht voor groene investeringen die ons klaarmaken voor een andere maatschappelijke uitdaging: klimaatverandering. Bedrijven uit sectoren die winnen bij deze veranderende maatschappij, zoals technologie, gezondheidszorg en consumptiegoederen, noteren op de beurzen dan ook tegen een forse plus sinds het jaarbegin. Het verschil in beursprestaties met de verliezende sectoren van de coronacrisis loopt bovendien verder op.
Het irrationele aspect is de waardering: de winnaars noteren aan koerswinstverhoudingen die alleen houdbaar zijn bij een blijvende lage rente. Een inflatie-opstoot kan dat beeld bijvoorbeeld grondig bijstellen. Maar er zijn altijd andere verrassingen die zich kunnen aftekenen: een vaccin is een plus voor de economie, maar misschien minder goed nieuws voor de grote winsten bij de digitale spelers. De dingen kunnen dan ook wat herbalanceren. En vooral: er zijn begin november presidentsverkiezingen in de VS. Een Democratische president is slecht nieuws voor Wall Street.
Focus verhuist van het virus naar de (geo-)politiek
Maar er is meer: op korte termijn zouden nieuwe (geo-)politieke ontwikkelingen een grotere invloed op de financiële markten en economie kunnen hebben dan de evolutie van het coronavirus. Om de lokale bedrijven en nationale economie te beschermen, kunnen landen grijpen naar protectionistische maatregelen. Dit zou voor een geglobaliseerde wereld met een krimpende wereldhandel een stevige tegenwind betekenen, ook voor beursgenoteerde multinationals. Het gebrek aan politiek leiderschap tijdens de besmettingsgolven kan voor politieke instabiliteit zorgen.
Ook een nieuwe escalatie van de koude oorlog tussen China en de VS kan zorgen voor een onzeker economisch én beleggersklimaat. Vergeet het dat de Democraten de koers tegenover China grondig zullen wijzigen, alleen de stijl zal (gelukkig) veranderen. De aandacht van de financiële markten verhuist zo van het coronavirus (opnieuw) naar het onzekere (geo)politieke klimaat.
De hamvraag is dan: wat zullen de beste beleggingen zijn in de komende maanden? “Beleggingen en maanden” rijmen niet! Beleggen doe je voor een langere termijn dan enkele maanden. Maar na een enorme rush op de winnaars, is een rustpauze logisch. Oktober is dikwijls een slechte beursmaand. Misschien moeten we de volgende golf dus meepikken eind oktober, begin november.