Skip to the content

Wat kunnen we leren van Azië?

Dit artikel verscheen in Het Laatste Nieuws op 27.08.2020

De Aziatische landen kunnen we onmogelijk over één kam scheren. De manier waarop ze de COVID-19-epidemie aanpakten, loopt ook sterk uiteen. Het begon allemaal in China. Na de eerste verkeerde inschatting, was het daar vervolgens alle hens aan dek, met de ontplooiing van een groot arsenaal van maatregelen: social distancing, quarantaine, tracking, tracing, testen en strenge controles. De Chinese overheid bleek daarbij bereid om de economie op korte termijn op te offeren.

Ook de inzet van technologie was belangrijk. Zo werden Tencent (een Chinees technologiebedrijf, het op drie na grootste internetbedrijf ter wereld, nvdr.) en webwinkelreus Alibaba ingeschakeld om een systeem met QR-kleurcodes te ontwikkelen. Daarmee wordt de gezondheidssituatie van de bevolking continu opgevolgd. In veel steden kregen mensen een groene, gele of rode kleurcode toegewezen, die hun bewegingsvrijheid bepaalde. Die informatie werd in een centrale database gecentraliseerd en verwerkt, zodat de overheid snel kon ingrijpen waar ze het nodig achtte. Zo’n ‘Big brother is watching you’-aanpak ligt natuurlijk moeilijk bij ons, maar in China vindt de bevolking dat minder een probleem. Met resultaat.

Nieuwe technologieën

Zuid-Korea trok lessen uit de MERS-uitbraak in 2015 en was dus wat beter voorbereid. De Zuid-Koreaanse overheid begreep dat snelheid belangrijk was en maakte al in een vroeg stadium een grote testcapaciteit vrij. Gecombineerd met een datagestuurde aanpak die traceren vlot mogelijk maakte, zorgde dat ervoor dat ze het probleem daar relatief snel onder controle hadden.

Taiwan trok dan weer lessen uit de SARS-uitbraak van 2003, waarbij de onmiddellijke inzet van een task force belangrijk bleek. Die maakte het mogelijk om direct grensbeperkingen in te voeren, snel te beginnen met testen en meteen mondmaskers te introduceren. Technologische input speelde een grote rol om al deze maatregelen te coördineren. Tenslotte had ook Singapore ervaring opgedaan na dezelfde SARS-uitbraak. Opnieuw werden nieuwe technologieën breed ingezet: van contactopsporing tot quarantainecontroles via de smartphone en een effectieve communicatiecampagne via onder andere WhatsApp, waarop iedereen gratis kon inschrijven. Mensen werden snel proactief opgespoord en geïsoleerd. Het resultaat van dit alles was een aanpak die rendeerde - op enkele uitzonderingen na, in werkplaatsen van buitenlandse werkkrachten.

Economische dip

Het verschil met de aanpak in landen als Indonesië, India of de Filipijnen is dan ook frappant. Het beleid was er veel minder effectief. In sommige landen is het virus vandaag nog steeds niet onder controle. Natuurlijk heeft dat ook gevolgen voor de lokale economieën. In China, Zuid-Korea en Taiwan zal de economische dip waarschijnlijk minder lang duren en kan de economie dus het snelst recupereren. Krachtdadig optreden heeft dus niet enkel voordelen op gezondheidsvlak, maar ook op economisch gebied.

Dat laat zich intussen al voelen aan de beurskoersen in deze landen. Met andere woorden: de financiële markten belonen momenteel de landen die het beste COVID-19-parcours voorleggen. De verwachting is dat deze trend nog enige tijd kan blijven duren.

Ter vergelijking: sinds begin dit jaar koerste de Shanghai Shenzen CSI 300 Index +11% hoger (alle rendementen in EUR), ging de toonaangevende index in Taiwan +2% hoger en kon de Zuid-Koreaanse Kospi Index net positief postvatten. In Zuid-Korea kon hun versie van de Nasdaq, de zogenaamde Kosdaq Index, zelfs +15% stijgen. Dit staat in schril contrast met de behaalde rendementen in India, waar de Sensex Index -14% presteerde. In de Filipijnen en Indonesië werd dit respectievelijk -24% en -23% voor de belangrijkste aandelenindexen.

E-commerce en gaming

Als belegger in deze regio’s kan je dus maar beter een goede kijk hebben op hoe men in deze landen de coronacrisis aanpakt. Als we verder inzoomen op bedrijfsniveau, zijn de rendementsverschillen soms nog groter.

Twee bedrijven waar we enthousiast over zijn, zijn het chipdesign bedrijf Mediatek en Taiwan Semiconductor Manufacturing Company (afgekort TSMC), de grootste chipproducent ter wereld. Deze aandelen presteerden sinds begin dit jaar respectievelijk +28% en +27%. In Zuid-Korea zijn twee van onze favoriete bedrijven NCSoft, actief in de spelletjesmarkt, en Naver, de grootste internetportal die een ecosysteem uitbouwt met daarin e-commerce, fintech en entertainment. Zij noteren respectievelijk +41% en 61% hoger sinds begin dit jaar.

Die voorbeelden tonen duidelijk aan dat er in de groeilanden - zelfs in deze uitzonderlijke tijden - bedrijven te vinden zijn die sterk presteren. In sommige gevallen, zoals op het vlak van e-commerce, gaming, home delivery en digitaal betalen, zijn er zelfs bedrijven die het beter gingen doen. De juiste combinatie van landen en specifieke bedrijven in bepaalde sectoren, kan dan ook in een crisisperiode zoals deze een lonende beleggingsstrategie zijn.

 

Gino Delaere

Gino Delaere

Gino Delaere is licenciaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen (Universiteit Antwerpen) aangevuld met een MBA behaald aan het Xavier Institute of Management (Bhubaneswar, India). Sinds ruim twee decennia verdiept hij zich in de opkomende markten wereldwijd en reist hij de wereld rond op zoek naar interessante investeringsopportuniteiten. Voorheen werkte hij voor verschillende grote vermogensbeheerders waar hij ondermeer mee aan de wieg stond van enkele thematisch geïnspireerde aandelenfondsen. Sinds 2010 is hij werkzaam bij Econopolis en in zijn huidige rol is hij mede verantwoordelijk voor het beheer van de groeilanden- en klimaatfondsen. 

comments powered by Disqus