Gino Delaere is licenciaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen (Universiteit Antwerpen) aangevuld met een MBA behaald aan het Xavier Institute of Management (Bhubaneswar, India). Sinds ruim twee decennia verdiept hij zich in de opkomende markten wereldwijd en reist hij de wereld rond op zoek naar interessante investeringsopportuniteiten. Voorheen werkte hij voor verschillende grote vermogensbeheerders waar hij ondermeer mee aan de wieg stond van enkele thematisch geïnspireerde aandelenfondsen. Sinds 2010 is hij werkzaam bij Econopolis en in zijn huidige rol is hij mede verantwoordelijk voor het beheer van de groeilanden- en klimaatfondsen.
Groeilanden kijken terug op goed beursjaar
Zoals u weet is het een jaarlijkse traditie om, met de kerstboom in de woonkamer en het jaareinde in zicht, een stand van zaken op te maken van het voorbije beursjaar. Verder kijken we ook eens vooruit naar wat het nieuwe jaar ons kan brengen. In deze bijdrage maken we de balans op van de groeilanden, waar de aandelenmarkten - verrassend voor velen - gemiddeld een vrij sterk jaar achter de rug hebben. Wij verwachten dat er het komende decennium nog meerdere goede periodes zullen volgen.
De twee belangrijkste feiten van 2020 met een directe impact op de groeilanden waren enerzijds de Amerikaanse presidentsverkiezingen en anderzijds de wereldwijde verspreiding van Covid-19. Nu Donald Trump binnenkort niet langer de Amerikaanse president zal zijn, is reeds veel gezegd en geschreven over hoe dat de relatie met China zou kunnen wijzigen. Trump koos resoluut voor de confrontatie, zette met de regelmaat van de klok een stap terug wanneer hij te ver was gegaan, om daarna terug de degens te kruisen. Alhoewel we vermoedelijk geen al te grote toegevingen dienen te verwachten van de VS onder Biden ten aanzien van China, lijkt het er wel op dat de nieuwe president een aanpak zal prefereren die meer bij die van het Obama-tijdperk aanleunt. Meer diplomatie, onderhandelingen en focus op een aantal thema’s, met als rode draad een meer genuanceerde aanpak. Het zou fout zijn om te veronderstellen dat China het nu zeer gemakkelijk zal krijgen, maar veel erger dan onder Trump zal het niet worden. Dat geldt bovendien ook voor de relatie tussen de VS en Europa, waar ook terug wat meer toenadering verwacht mag worden.
Eén van de punten waar Trump weinig twijfel over liet bestaan, was de betrokkenheid van de VS in allerlei wereldwijde en regionale handelsovereenkomsten. Multilateralisme was niet aan Trump besteed. Hij torpedeerde het TPP-handelsverdrag (Trans-Pacific Partnership) na acht jaar onderhandelen, deed niet mee met het in november ondertekende RCEP (Regional Comprehensive Economic Partnership) en hij trok zich terug uit het klimaatakkoord van Parijs. Het mag duidelijk zijn dat met de afwezigheid van de VS in de RCEP-handelsovereenkomst -die door 15 landen in Azië werd ondertekend en die tot een geleidelijke afbouw van importtarieven dient te leiden - China als grote winnaar uit de bus zal komen. Dit zal er op termijn alleen maar toe leiden dat Aziatische landen steeds meer handel met elkaar gaan drijven en steeds minder met de rest van de wereld. Het Aziatische handelsblok zal met andere woorden enkel en alleen in omvang toenemen. China maakte recent overigens bekend dat het tegen 2060 klimaatneutraal wil zijn en deed kort daarna een plan uit de doeken voor de verdere ontwikkeling van elektrische wagens met als doelstelling dat deze 20% van de nieuwe autoverkopen dienen uit te maken tegen 2025 (ten opzichte van 5% vandaag). China is in 2020 - waar in de mainstream media vooral de handelsoorlog aandacht kreeg - dus zeker niet bij de pakken blijven zitten en zette enkele forse stappen voorwaarts.
*Grafiek 1: De RCEP-handelsovereenkomst staat op het punt om een nieuw economisch blok te creëeren dat de afgelopen 5 jaar goed was voor 30% van het globale BBP, en 65% van de wereldwijde economische groei.
Hoe China omging met de strijd tegen Covid-19, was op zijn minst opmerkelijk te noemen. Nadat het initieel verkeerd gelopen was, wijzigde China snel van aanpak en slaagde het erin om met draconische maatregelen Covid-19 relatief snel onder controle te krijgen. Veel elementen van hoe China zich op dat vlak met de rest van de wereld wist te onderscheiden, zijn niet mogelijk in een democratie. Toch kunnen Europese landen leren van de manier waarop technologie ingezet werd, en hoe een tracking en testing syteem op een positieve manier heeft bijgedragen tot het indijken van de pandemie. Mede als gevolg van deze efficiënte aanpak kon de Chinese economie vrij snel heropgestart worden, iets waar ze nu al enkele maanden de vruchten van plukken. Een gelijkaardig scenario speelde zich min of meer af in bijvoorbeeld Taiwan en Zuid-Korea. Alhoewel dit laatste land het nu lastig heeft met een derde golf, was hun aanpak van de eerste golf - opnieuw mede door het inzetten van technologie - vrij goed. De aandelenmarkten hebben deze landen dan ook beloond met een voortreffelijke prestatie tijdens het voorbije jaar.
*De handel tussen ASEAN (organisatie van 10 landen in ZuidOost-Azië) en China zal verder toenemen voor zowel intermediaire als eindproducten. ASEAN is sinds de eerste helft van 2020 de grootste handelspartner van China. Het heeft daarmee de Verenigde Staten en Europa ingehaald.
Vooruitkijkend naar 2021 gaan we ervan uit dat de groeilanden die Covid-19 goed hebben aangepakt, hun opgebouwde voorsprong niet zo snel zullen prijsgeven waardoor het economische herstel in deze landen volgend jaar naar meer sectoren zou kunnen uitgebreid worden. Maar met een vaccin in het vooruitzicht is het misschien ook niet uit te sluiten dat andere landen zoals Brazilië, Indonesië, India, Mexico of Maleisië wel eens een inhaalbeweging zouden kunnen maken. Dat zou in ieder geval voor een andere dynamiek zorgen en het herstel in de groeilanden nog veel breder kunnen uitdragen.
Een bijkomend positief element voor de groeilanden is de prestatie van de Amerikaanse dollar die de voorbije maanden in de hoek stond waar klappen werden uitgedeeld. Historisch gezien is er een vrij hoge (inverse) correlatie op te merken tussen de evolutie van de dollar en de prestaties van de aandelenmarkten in de groeilanden. Een zwakke dollar geeft de groeilanden immers wind in de zeilen aangezien deze landen doorgaans heel wat schulden in dollar hebben. Alhoewel we ons niet gaan wagen aan voorspellingen op korte termijn, is onze huisvisie op middellange termijn in ieder geval niet positief voor de dollar, wat het groeilandenuniversum de komende jaren van bijkomende zuurstof zou dienen te voorzien.