In AI we trust?
Het heeft al enkele jaren wat voeten in de aarde gehad, maar de afgelopen weken heeft de Europese Commissie, na de ambitieuze green deal, opnieuw duidelijk positie genomen in een innovatief beleidsdomein: Artificiële intelligentie. Op 19 februari lanceerde de Commissie haar “Witboek betreffende artificiële intelligentie”.
We worden er, vaak zonder het te weten, al dagelijks mee geconfronteerd. Grote techspelers zoals Facebook, Google, Amazon,… optimaliseren reeds hun gebruikservaring en beslissingsprocessen door middel van complexe algoritmes, die onder de noemer artificiële intelligentie vallen. Zo maken we waarschijnlijk met zijn allen (of toch een meerderheid) dankbaar gebruik van de slimme zoekfuncties en automatische filters in zoekmachines, mailboxen, en zelfs op streamingplatformen.
In het Witboek erkent de Commissie dat Europa momenteel een achterstand heeft opgelopen op vlak van de toepassing van artificiële intelligentie. Door nu een voortrekkersrol op te nemen, poogt de EU de Europese ondernemingen een duwtje in de rug te geven door enerzijds te pionieren in de creatie van een regelgevend kader, rechtszekerheid is namelijk een vereiste voor een gunstig ondernemingsklimaat, en anderzijds meer investeringen in AI voorop te stellen om de Europese AI capaciteiten verder te ontwikkelen.
Deze initiatieven moeten samengelezen worden met de strategie die de Europese Commissie reeds op 8 april 2019 lanceerde, waarbij 7 basispijlers voor veilige AI voorgesteld werden:
- De mogelijkheid om een menselijk oordeel te bekomen
- Veiligheid van de technologie
- Bescherming van de privacy
- Transparantie van de technologie
- Checks & balances om discriminatie te voorkomen
- Bevorderen van het welzijn in de samenleving
- De mogelijkheid om een partij verantwoordelijk te stellen
Om dit alles te bereiken, wil de Europese Commissie ‘Ecosystems of Excellence’ en ‘Ecosystems of Trust’ creëren. De Commissie merkt immers terecht op dat er nog steeds een groot wantrouwen bestaat ten opzichte van nieuwe technologieën, ook bij mensenrechtenactivisten, gezien het risico dat AI de soms discriminerende menselijke biases (vooroordelen) overneemt en op grote schaal toepast zeer reëel is. Uiteindelijk is AI niets meer dan een inspanning van de mensheid om zijn eigen cognitieve aspecten in machines te repliceren.
Daarom kijkt iedereen begaan met de bescherming van fundamentele rechten van consumenten en burgers, nu reikhalzend uit naar het verdere verloop en de ontwikkeling van de Europese AI scene. Maar niet enkel compliance officers, zoals ondergetekende, houden deze evoluties nauwlettend in het oog. Ook de technologie-analisten van Econopolis houden een vinger aan de pols om zo de impact voor de Europese en wereldwijde tech sector in te schatten.