Marc is sinds 1989 actief in de beurswereld en heeft als focus en passie beleggen in Technologie. In de afgelopen 30 jaar heeft Marc als Senior Technologie Analist gewerkt bij verschillende beurshuizen, alvorens hij de switch maakte naar Director of Equity Sales bij Petercam. In 2006 richtte Marc samen met 3 Petercam collega’s Antaurus op, actief in vermogens- en fondsenbeheer, waar hij als directeur verantwoordelijk was voor de selectie van aandelen in het succesvolle Antaurus Europe Fund. In 2016 verkocht Marc zijn belang in het bedrijf en is momenteel Technology Fund Manager bij Econopolis.
Eten technologische bedrijven de rest van de wereld op?
Dit artikel verscheen in Het Laatste Nieuws op 03.09.2020
Door corona is er op de beurs een tweedeling ontstaan. Dat stelt Marc Langeveld vast, Senior Fund Manager & Director Econopolis The Netherlands. Zo ging de beurswaarde van Apple onlangs door de grens van 2 biljoen euro heen, dat is een 2 met 12 nullen. Daarmee is Apple ongeveer vier keer zo groot als de hele Belgische economie of even groot als alle beursgenoteerde Duitse aandelen. Anderzijds hebben de niet-techbedrijven te maken met ongekende krimp. Worden zij definitief verslonden door de technologiereuzen?
Ik schreef kort geleden dat ook het aandeel van Tesla maar blijft stijgen. Het bedrijf heeft inmiddels een beurswaarde die elke verbeelding tart. Bij de herindeling van de Amerikaanse Dow Jones Industrial (de belangrijkste Amerikaanse aandelenindex, nvdr.) werd energiereus ExxonMobil dan weer vervangen door cloud-software gigant Salesforce.com. Om dit even in perspectief te plaatsen: ExxonMobil was even geleden nog het grootste beursgenoteerde bedrijf ter wereld en is al sinds 1928 een dividendaristocraat in de toonaangevende Amerikaanse index.
De wereld was door demografische ontwikkelingen, zoals de opkomst van de millennials, al langer aan het digitaliseren. Door de coronapandemie lijkt deze digitalisering in een stroomversnelling gekomen met thuiswerken, gaming, streaming, cloud-toepassingen, cybersecurity en 5G als impuls. Als ik de financiële bedrijfsresultaten uit het tweede kwartaal analyseer, dan tref ik nu regelmatig een plaatsvervangende schaamte bij techbedrijven aan. Tijdens een mondiale economische krimp en de negatieve impact daarvan op veel non-techbedrijven en werknemers, is het natuurlijk best lastig om als techbedrijf in een persbericht te moeten melden dat de omzetgroei ruimschoots verdapperde, dat de marges ondanks noodzakelijke corona-investeringen zijn gestegen en dat er meer winst en vrije kasstroom is gegenereerd waardoor het dividend met een dubbelcijferig groeipercentage kan stijgen en het aandeleninkoopprogramma wordt opgeschaald.
Beurseuforie vs. economische pijn
De Nasdaq-index (de beursindex van technologieaandelen in de VS, nvdr.) staat in 2020 circa 30% hoger, terwijl de S&P500 (de beursindex van de 500 grootste beursgenoteerde bedrijven in de VS, nvdr.) zo’n 6% is gestegen, de Dow Jones Industrial praktisch onveranderd noteert en de Europese Stoxx50 (de beursindex van de 50 grootste beursgenoteerde bedrijven in Europa, nvdr.) is gedaald met circa 10%. Deze laatste twee hebben veel minder techbedrijven qua samenstelling en zijn gevoeliger voor de krimp die traditionele bedrijven in 2020 treft. Alvorens conclusies te trekken, is het dus zaak om te kijken naar de indexsamenstelling, wegingen en prestaties per bedrijf.
De grootste vijf bedrijven van de S&P500 zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een jaarstijging van 38%, terwijl de overige 495 deelnemers gezamenlijk met gemiddeld 4% gedaald zijn. Als ik u dan vertel dat de S&P500 6% hoger staat dankzij de stijging van de grootste vijf bedrijven, dan maakt dat veel duidelijk over de breedte en diepte van de gezamenlijke indexprestatie.
Dit fenomeen heeft ook gevolgen voor alle beleggers met een focus op Amerikaanse aandelen. Zonder een gezonde toewijzing naar deze top-5 was de prestatie flink achtergebleven. Dit laatste zorgt er overigens ook voor dat er aan de huidige koersen nog steeds nieuw geld vloeit naar deze top-5 aandelen want er zijn altijd beleggingsfondsen die met gelden van nieuwe beleggers op deze rijdende trein moeten springen.
Doordat we momenteel in een renteloze wereld leven, zijn er weinig rendementsalternatieven en stroomt er elke maand nieuw geld naar de beurs. Dit geld wordt onder andere via passief beheerde producten belegd in beursindexen zoals de S&P500 en Nasdaq, waarbij het geld evenredig vloeit naar de bedrijven met het grootste gewicht. Ik begrijp de mathematiek, maar heb er qua risicobeheer wel bedenkingen bij. Ik denk dat het voor beleggers te allen tijde belangrijk is om voldoende te spreiden en er talloze alternatieven te vinden zijn binnen de techsector. Daarbij spreid je door diversificatie ook het risico beter, zonder te moeten inleveren op potentiële meerwaarde.
Schril contrast met de oude economie
Eet de techsector de rest van de wereld op? Deze vraag wordt mij regelmatig gesteld en er zit een kern van waarheid in. Ik ken geen traditionele sectoren waarin de afgelopen 20 jaar digitalisering geen rol heeft gespeeld. In tijden van een economische krimp van 9% en wetende dat de digitale economie daarin nog hard groeit, betekent dit dat de niet-digitale economie harder dan 8-9% daalt. In feite ontstaat er door corona nu een dubbelzinnige situatie met enerzijds cashrijke techbedrijven die zich bijna schamen voor hoe sterk de resultaten momenteel zijn. Anderzijds zijn er de niet-techbedrijven die te maken hebben met ongekende krimp, druk op marges en met verzwakkende balansverhoudingen.
En waar technologie de dividenden en aandeleninkoop verdappert, staat dit in schril contrast met de oude economie. Die voelt zich door de balanszwakte gedwongen het dividend te verlagen. Sinds de crisis van 2008 is het geaggregeerde dividend niet zo laag geweest als nu. Volgens Janus Henderson Investors (een groot Amerikaans beleggingshuis, nvdr.), die de dividenduitkeringen van de 1.200 grootste beursgenoteerde bedrijven bijhoudt, daalde in het tweede kwartaal het wereldwijde dividend met 22% tot 382 miljard dollar (circa 321 miljard euro). Noord-Amerika en Zwitserland zitten daarin bij de positieve uitzonderingen en Europa en het Verenigd Koninkrijk zijn de sterkste dalers.
Als belegger in deze renteloze wereld is het vooruitzicht op dividend, en het liefst groeiend dividend, belangrijk. Het is volgens mij mede de reden dat de techsector optisch misschien duurder dan een aantal jaren geleden lijkt, maar in het corona- en post-coronatijdperk wel beter scoort screent ten opzichte van andere sectoren. Dit komt door de sterke cashrijke balansen, hoge omzetgroei, sterke winstgroei, dividendgroei en de mogelijkheid om extra aandelen in te kopen. Voor de oude economie geldt momenteel het omgekeerde. Het maakt de techsector overigens niet immuun voor een (tijdelijke) correctie, zeker niet als deze wordt veroorzaakt door geopolitieke risico’s van buitenaf, die de gehele markt dan treft. Maar door de niet tegen te houden digitalisering, demografische ontwikkelingen, uitgangspunt van ijzersterke financiële kengetallen en een gebrek aan rendementsalternatieven zie ik de toekomst voor technologie met groeiend vertrouwen tegemoet.