Geert Noels is CEO en Hoofdeconoom van Econopolis, een onafhankelijke vermogensbeheerder en economisch adviesbureau. Hij is vooral bekend bij het grote publiek door zijn columns in verschillende kranten en zijn aanwezigheid in economische tv- en radioprogramma's. Zijn advies wordt regelmatig gevraagd door verschillende organisaties en autoriteiten, die zijn creatief denken en volledig onafhankelijke macro-economische visie waarderen. Hij is auteur van Econoshock (2008), dat handelt over de zes schokken die momenteel onze economie, maatschappij en dagelijks leven veranderen. Econoshock vormt ook de basis en de leidraad voor de strategieën van Econopolis. In 2019 kwam zijn tweede boek Gigantisme uit. Gigantisme is een stevig pleidooi tegen bedrijven en organisaties die steeds groter en machtiger worden. Het doodt gezonde concurrentie, leidt tot niet duurzame groei en brengt de mens in verdrukking. In Gigantisme stelt Geert tien oplossingen voor die de economische spelregels bijstellen, de giganten temmen en de mens en het milieu weer een plaats geven in de wereldeconomie. De toekomst zal kleiner, trager en menselijker zijn. In december 2022 verscheen het laatste boek van Geert Noels "De Klimaatschok - 20 oplossingen voor overheid, bedrijven en burgers in België", geschreven met collega's Kristof Eggermont en Yanaika Denoyelle. Het boek beschrijft hoe we deze urgente crisis kunnen aanpakken én aanwenden om België welvarender te maken en schetst een realistisch beeld van een mooie toekomst.
Tien jaar na 'whatever it takes' blijven de harde hervormingen uit
Tien jaar na de historische 'WIT'-uitspraak van Mario Draghi meet Econopolis-oprichter Geert Noels de schade op.
Dinsdag is het exact tien jaar geleden dat Mario Draghi de fameuze woorden 'whatever it takes' (WIT) uitsprak om een escalerende vertrouwenscrisis in de eurozone te temmen. Het was een historisch belangrijk moment. Het wijzigde de koers van de euro en de eurozone definitief, en het veranderde de langetermijncontracten met de burger en de spaarder zonder enig democratisch debat of verdragswijziging. De gevolgen waren voorspelbaar, en worden elke dag meer zichtbaar. Uiteindelijk veranderde 'WIT' niets aan de oorzaak van de toenmalige eurocrisis: de schulden en de onevenwichten zijn vandaag nog groter.
Draghi stond nog maar een jaar aan het hoofd van de Europese Centrale Bank (ECB), na een carrière bij de Italiaanse centrale bank en Goldman Sachs, toen hij in de eurocrisis zijn uitspraken deed. Er was een groeiend redenominatierisico. Of in mensentaal: de druk op een aantal landen om uit de euro te stappen groeide. Wie zegt dat Draghi toen geen andere keuze had dan 'alles' in de strijd te gooien vergist zich. Er waren zeker andere opties. Sommige waren destijds misschien te drastisch, zoals het uitwerken van een Neuro- en Zeuro-muntzone.
Het belangrijkste verwijt dat je Draghi kan maken - toen al, en zeker nu - is dat hij het momentum niet gebruikte om in de getroffen landen - waaronder Italië, waar hij kort na zijn ECB-presidentschap premier werd tot deze week - hervormingen door te duwen. Dat zou die landen veel stabieler en economisch gezonder hebben gemaakt. Als de Italiaanse regering nu valt - een lange traditie, trouwens - dan is het door een gebrek aan hervormingen. Crisissen zijn zowat de enige periode waarin je dat kan. Die gemiste kans heeft ook in andere landen, waaronder België, alle noodzakelijke hervormingen uitgesteld. Daardoor is de hele eurozone anno 2022 verzwakt, en niet alleen de zogenaamde Club Med-groep.
Bad bank ECB
Het is zinvol om te bekijken hoe enkele belangrijke macro-economische cijfers tussen 2012 en 2022 evolueerden.
Met haar 'WIT'-uitspraken en de daaropvolgende opkoopprogramma’s deed de ECB de rente dalen. Alle landen profiteerden daarvan. De rentelasten van Italië zakten in die periode met 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Maar het overheidstekort steeg met 3 procent van het bbp, wat betekent dat in Italië 5 procent van het bbp bijkomende overheidsuitgaven gebeurden, een trend die het sterkst is in Italië (gevolgd door België).
De rentelasten daalden, niettegenstaande de Italiaanse overheidsschuld met 22 procent van het bbp steeg. Dat zou onmogelijk zijn geweest zonder de steun van de ECB, die vandaag 30 procent van de Italiaanse schuld, ter waarde van liefst 43 procent van het Italiaanse bbp op haar balans heeft genomen. Daarmee financierde de ECB de lopende tekorten en nam ze schulden over van buitenlandse obligatiehouders en Italiaanse gezinnen, leren de statistieken.
Het is ironisch dat het Maastrichtverdrag (7 februari 1992) een schuldlimiet van 60 procent van het bbp voor de landen voorschreef, en dat de ECB vandaag in haar eentje schulden ter waarde van 82 procent van het bbp van de eurozone op haar balans torst. Dat is een stijging van 60 procentpunten van het bbp sinds 'WIT'. Het probleem is dus verhuisd naar de ECB, die nu in feite een bad bank is.
De gevolgen van die politiek waren destijds voorspelbaar. In september 2012 schreef ik in De Tijd: 'In casu wordt een spaardersmunt getransformeerd in een schuldenmunt.' Ten tijde van 'WIT' noteerde de euro 1,23 tegenover de dollar, vandaag ongeveer 1,02, een waardeverlies van 17 procent. Dat moet in het licht worden bekeken van een groter waardeverlies sinds de financiële crisis waar de euro 1,50 noteerde tegenover de dollar. Mijn uitspraak ging vooral over de filosofie achter de munt: een anker en motor van competitiviteit zoals de oude Duitse mark of een uitlaatklep zoals de Italiaanse lire.
Gedupeerde middenklasse
Een ander gevolg is dat spaargeld ontwaardde, door het gecombineerde effect van inflatie en lage tot negatieve rente. Ook dat was voorspelbaar, in De Standaard van september 2012 schreef ik: 'De grote dupe van deze politiek wordt de middenklasse, die het zorgvuldig aangelegde appeltje voor de dorst verder zal zien verschrompelen.' Wat vandaag gebeurt, komt niet door Oekraïne of de pandemie, het is een gewilde politiek en een gevolg van 'WIT'.
Inflatie is de krachtigste manier om schuldenproblemen te doen wegsmelten, ten koste van de spaarder. In 2022 ontwaakt de eurocrisis opnieuw door de noodzakelijke rentestijgingen om de exploderende inflatie de kop in te drukken. Tot vorige week bedroeg de korte rente in Europa nog -0,5 procent, niettegenstaande een inflatie van bijna 10 procent. Maar alleen al praten over renteverhogingen - die in de rest van de wereld al verder gevorderd zijn - deed de renteverschillen in de eurozone opnieuw oplopen. Met een nieuw risico op een eurocrisis.
In een recente paper voor het Europees Parlement stelden vier onderzoeksinstellingen scenario's en instrumenten voor om dat te bestrijden. In feite bestaat al een tool. Het OMT-programma werd na de 'WIT'-uitspraak speciaal ontwikkeld. Het voorziet in steun voor een getroffen land, op voorwaarde van een ESM-begeleiding met een herstelplan, een beetje te vergelijken met een IMF-steunprogramma. Dat wordt door de vier onderzoeksinstellingen bijna unaniem 'te stigmatiserend' bevonden.
Het wordt tijd om de ogen te openen en de 'WIT'-schade te overschouwen: oplopende schulden en tekorten, een gebrek aan concurrentiekracht, zeepbellen en smeltende spaargelden, en nu ook een oplopende inflatie en een verzwakkende euro. De draghonische uitspraak was beter gevolgd geweest door een draconisch hervormingsplan voor heel wat eurolanden. Maar tien jaar later wordt nog altijd liever gezocht naar achterpoortjes dan gedaan wat nodig is: hervormen. Daar is Draghi nu zelf het slachtoffer van. Aan het hoofd van de Italiaanse regering vond hij geen sense of urgency om te... hervormen.