De luxe-industrie: een schitterende aanvulling van uw portefeuille?
In het kort:
- De troeven van de luxesector zijn talrijk: sterke merknamen, een hoge prijszettingsmacht, gezonde groeivooruitzichten, aantrekkelijke marges en solide balansen
- China is dominant, maar in 2021 waren ook de VS een belangrijke groeimotor
- Idealiter is het ‘Common Prosperity’-beleid van Xi Jinping op termijn een stuwende factor voor de luxe-industrie, als het tenminste de middenklasse kan vergroten.
- Rusland kan een spelbreker zijn als de kans op een wereldwijde recessie toeneemt.
Het jaar 2020 was voor de luxe-industrie – en tal van andere sectoren - een jaar van scherp dalende omzetcijfers. Dit was onder meer te wijten aan de vele reisbeperkingen, terwijl reisverkeer traditioneel een significant deel van de inkomsten van luxegroepen uitmaakt. Ook de diverse lockdowns overal ter wereld eisten hun tol.
Maar het negatieve effect van deze lockdowns werd al vlug teniet gedaan. Tal van luxe-conglomeraten overtroffen in 2021 met gemak hun omzet en winst van pre-coronajaar 2019. Als gevolg van dit opmerkelijk resultatenherstel, stegen de koersen van de luxe-aandelen tot recordniveaus. Is de hoge waardering van luxe-aandelen gerechtvaardigd? Horen ze thuis in elke beleggingsportefeuille? En in welke mate vertroebelen China en Rusland voor hun mooie winstvooruitzichten?
De (veer)kracht van luxebedrijven
De luxesector wordt gedomineerd door spelers als LVMH (het moederhuis van Louis Vuitton, Dior, Céline en diverse champagne en sterke drankmerken), Hermès, Kering (de holding achter Gucci, Saint Laurent, Balenciaga en Bottega Venetta) en Richemont (vooral sterk in juwelen met als parel het Cartiermerk).
Wanneer we het bedrijf Hermès naderbij bekijken, valt op dat dit bedrijf in de eerste plaats een iconisch merkerfgoed (heritage) heeft opgebouwd. De historiek van het merk gaat terug tot de 19e eeuw, toen Thierry Hermès een atelier opende voor harnassen. Gaandeweg richtte het bedrijf zich op uitrusting en mode voor paardrijden. Het bedrijf groeide in de loop van de 20ste eeuw verder uit tot een van de bekendste luxemerken in de industrie, onder leiding van de familie Hermès en later de schoonfamilie Dumas.
Gedurende deze periode werden de iconische Kelly- en Birkin-tassen uitgebracht. Deze tassen behoren tot de weinige zachte luxeproducten die een hogere doorverkoopwaarde kunnen hebben dan hun oorspronkelijke aankoopprijs. Op veilingen halen ze zelfs nog een pittiger prijskaartje. Zo is de Metallic Birkin-tas, die enkel in 2005 geproduceerd werd, tot maar liefst 135.000 US dollar waard.
Foto: De Metallic Birkin-tas
Ook Louis Vuitton, Gucci, Cartier en Prada hebben allemaal een zekere status (of brand heritage) opgebouwd in de voorbije decennia of zelfs eeuwen. Daarmee hebben ze een stevige troef in handen, want het is een intredebarrière die het kleine spelers of nieuwkomers erg lastig maakt.
Luxebedrijven beschikken over een bijzonder sterke prijszettingskracht. Periodes van hoge inflatiedruk zijn voor hen meestal geen punt. Diverse luxemerken kondigden eind 2021 en begin 2022 nieuwe prijsstijgingen aan.
De globale vraag naar luxeproducten is conjunctuurgevoelig, maar stijgt gestaag, dankzij de groeiende levensstandaard, in het bijzonder in China. Bovendien hebben verschillende bedrijven in de markt voor luxegoederen hun portefeuille zo opgebouwd dat ze over een gediversifieerde portefeuille van luxeproducten beschikken. LVMH richtte zich vooral op sterke merken in de mode-industrie (Louis Vuitton), maar diversifieerde naar parfum (Givenchy, Christian Dior), sterke dranken, champagne en recent juwelen (Tiffany&Co). Kering focust zich net als LVMH op verschillende modemerken en probeert daarnaast ook een juwelenbusiness uit te bouwen. Het verschil met LVMH is dat Kering zich eerder richt tot relatief kleine luxemerken met een bovengemiddeld groeipotentieel, zoals Balenciaga en Bottega Venetta.
De hoge marktgroei in combinatie met een sterk prijszettingsvermogen laat hoge bedrijfswinstmarges toe, tot 25% en meer. Omdat de investeringsbehoefte van de luxebedrijven relatief beperkt is (5-6% van de omzet), blijft er een hoge vrije kasstroom over. Hierdoor beschikken luxebedrijven doorgaans over zeer solide balansen. Hoge vrije kasstroom stellen hen niet alleen in staat hun aandeelhouders te belonen, maar ook (grote) overnames probleemloos te financieren.
Al bij al is de luxesector dus een zeer veerkrachtige sector, en dat kwam deze spelers in 2020 opnieuw goed van pas. Na een korte koersterugval aan het begin van de coronacrisis kende de luxesector een opmerkelijk snel en sterk herstel. Uit onderstaande grafiek blijkt duidelijk dat de S&P Global Luxury Index, de index van de belangrijkste luxe-aandelen, fors beter presteerde dan de index van de brede aandelenmarkt (MSCI World) tot het uitbreken van de oorlog in Oekraïne.
Amerika drijft mee de groei post-covid, maar China blijft het grootst
In 2021 was de drijfveer voor de sterke groei in de luxesector te vinden in Azië (zonder Japan) en … in Noord-Amerika. Dat is uitzonderlijk, want normaliter is de vraag in Noord-Amerika vergelijkbaar met die in Europa, aangezien beide markten dezelfde groei van het bbp per hoofd kennen, een factor die sterk correleert met de vraag naar luxegoederen.
Waarom was 2021 dan anders? Dat heeft te maken met de sterk verschillende corona-aanpak tussen Europa en de Verenigde Staten. Amerikanen die al weinig verdienden, voelden de klappen van de crisis het hardst, maar dat zijn allerminst de consumenten die makkelijk een winkel van Tiffany binnengaan. De hogere inkomens werden aanzienlijk minder getroffen door banenverlies en loonsverlagingen dan de andere inkomensgroepen. Sterker nog, in de hogere sociale klasse gingen velen erop vooruit. Het snelle herstel op de aandelenmarkten en de veerkrachtige vastgoedmarkt in 2021 zorgden voor een hoog consumentenvertrouwen en een sterk welvaartseffect bij de hogere inkomensklasse, en droegen zo bij aan de sterke luxeverkopen. Er was zelfs extra budget, want door de lockdowns in 2021 konden welgestelde consumenten hun geld niet uitgeven aan luxereizen of andere excessieve extraatjes.
De groeispurt van de luxeverkopen in 2021 – gedreven door een stabiele markt in Europa, en een (zeer) sterke groei in de VS en China – leidde tot spectaculaire beurswaarderingen. Is die koersklim te rechtvaardigen?
Hoewel de VS aardig hebben bijgedragen aan sterke heropleving van de sector in de voorbije twee jaar, toch blijven de Chinese consumenten (en Chinese toeristen) in de komende tien jaar de belangrijkste groeimotor voor de sector. Zoals weergegeven in bovenstaande grafiek, maakten de Chinese consumenten in 2019 al 34% uit van de totale vraag naar luxegoederen. Sinds de opening van China naar de rest van de wereld veertig jaar geleden, is de grootste groeimotor de evolutie van de Chinese middenklasse. In 2018 behoorden volgens het China National Bureau of Statistics 400 miljoen mensen tot de middenklasse, wat ongeveer een derde is van de Chinese bevolking. En hoewel China er al enorm op vooruit is gegaan in termen van inkomensongelijkheid, is er nog steeds ruimte voor verbetering. De Gini-coëfficiënt, een maatstaf voor de ongelijkheid in de inkomensverdeling van een land, is vandaag immers nog steeds vrij hoog in vergelijking met de meeste Westerse landen. In de voorbije tien jaar nam het Chinese bbp een hoge vlucht, wat leidde tot een enorme stijging van de lonen in de hogere en midden-inkomensklasse. De vijver voor luxeproducenten wordt dus almaar groter.
|
Gini Coëfficiënt |
China |
39% |
België |
27% |
Nederland |
28% |
Japan |
33% |
VS |
41% |
Bron: Wereldbank
Dagen Poetin & Xi de luxesector uit?
Om de inkomensongelijkheid in China af te remmen kondigde president Xi Jingping in 2021 diverse maatregelen aan onder de noemer ‘Common Prosperity’. De Communistische Partij pleitte tijdens de meeting voor een verdere verdeling van de rijkdom en rationele aanpassingen voor hogere inkomens, in een poging om de inkomens van lage-inkomensgroepen te verhogen en de middenklasse verder te laten groeien. Deze aankondiging zorgde voor bezorgdheid onder beleggers, aangezien dit beleid zich kan vertalen in hogere belastingen op inkomens van de hoogste inkomensklasse, en in hogere consumptiebelastingen op bijvoorbeeld luxegoederen. Bijgevolg zou dit kunnen drukken op de consumptie van luxegoederen in China. Denk aan de verkoop van cognac die enkele jaren fors onder druk stond toen de aanpak van corruptie hoog op de agenda stond in China. Naast de financiële overwegingen, bestaat ook de kans dat het sentiment rond luxegoederen wordt aangetast: het zijn statussymbolen die mogelijk als te extravagant kunnen gezien worden.
Volgens ons is het waarschijnlijk niet de bedoeling van de Communistische Partij om ‘de rijken te beroven om aan de armen te geven’. Eerder wil Peking de volledige natie laten meegenieten van de economische groei, door middel van een groeiende middenklasse. En zoals de financieel directeur van LVMH al meldde, zijn het gros van de consumenten niet de miljardairs, maar eerder de welgestelden en mensen uit de hogere middenklasse van China.
Sinds Poetin de oorlog verklaarde aan Oekraïne staan de financiële markten onder druk, en de aandelen uit de luxesector worden niet gespaard. Nochtans zou de impact op de luxesector relatief moeten meevallen. De directe blootstelling van de luxesector op Rusland en Oekraïne is immers beperkt (zie onderstaande tabel).
Blootstelling aan Russische burgers als percentage van de omzet |
|
LVMH |
<2% |
Kering |
<2% |
Richemont |
<2% |
Swatch Group |
<2% |
Hermès |
<2% |
Prada |
ong. 2% |
Bron: Bedrijfsdata
Dit neemt niet weg dat er belangrijke indirecte risico’s zijn. Zo valt een forse groeivertraging of zelfs recessie, zeker in Europa, niet uit te sluiten omwille van de extreem hoge energieprijzen die de economie schaden. Centrale Banken kunnen weinig hulp bieden, want zij zien zich genoodzaakt om de rente te verhogen zodat de inflatie onder controle komt. De economische onzekerheid kan het consumentenvertrouwen (aanzienlijk) schaden, en dat is meestal geen goed nieuws voor de luxesector. Luxegoederen zijn immers niet essentieel: in tijden van economische voorspoed groeit de vraag naar deze goederen (sterk), maar het omgekeerde geldt in periodes van economische neergang.
Conclusie
De luxesector staat al jaren bekend als een interessante belegging omwille van het groeipotentieel, de hoge winstmarges, solide balansen en de tijdloze merken die de grootste spelers onder zich hebben. De groei in de sector hangt sterk samen met de welvaartsgroei. Het land met de sterkst groeiende middenklasse én de materialistische ingesteldheid is bij uitstek China. Dit maakt het land tot groeimotor van de luxesector. De ‘Common Prosperity’ zal volgens ons op lange termijn een positief verhaal zijn voor de sector, aangezien het beoogt om de middenklasse van China uit te breiden. Op korte termijn is het mogelijk dat de sector tegenwind krijgt van de onvermijdelijke gevolgen van de huidige oorlog in het Oosten van Europa. Op langere termijn blijven we echter overtuigd van het groeipotentieel van de luxesector. Bij Twain speelt u gemakkelijk in op dit thema via het beleggingsthema 'consumententrends'.