Skip to the content

Polycrisis

Hoe bewogen het derde kwartaal van dit jaar al was, ook het vierde kwartaal dient zich eerder onrustig aan. We zitten vandaag in een “polycrisis”. Stijgende inflatie is daar een onderdeel van, maar er is ook het veranderende klimaat, de gezondheids­crisis,  geopolitieke conflicten en een sluimerende nieuwe eurocrisis. Maar we zijn wellicht “piekcrisis” al voorbij. De piek van de inflatie is dichtbij, het momentum in Oekraïne is gekeerd, Covid is achter de rug en we pakken het klimaat kordater aan. Maar nu is er ook nog China!

 

Chinese dreiging neemt toe

Het was te verwachten dat Xi Jinping stoere taal zou spreken bij de opening van het Chinese partij-congres.  De Chinese ´dragon-diplomacy´ Is al een 10-tal jaren in de maak, met dreigende taal t.o.v. Taiwan en het bouwen van militaire basissen in de South China Sea.  Daarnaast zijn er ook de logistieke initiatieven (one road one belt) , de goedkope leningen aan grondstofrijke ontwikkelingslanden en de zeer verregaande industriële spionnage. Ook de weigering om de Russische inval in Oekraïne te veroordelen deed in het Westen de wenkbrouwen fronsen.  China wordt steeds assertiever, maar daarom (voorlopig) nog niet agressiever.  Dat past in de strategie van de oude Chinese leermeester Sun Tzu: onderwerp uw tegenstander zonder gevecht.

Het is daarom ook niet te verwonderen dat de Westerse inlichtingendiensten er blijven op hameren dat hun grootste bekommernis de langetermijndreiging is die van China uitgaat.  Zo zien zij bijvoorbeeld de recente initiatieven van Peking om via een door de centrale bank gestuurde digitale munt hun eigen yuan te promoten in internationale transacties als een poging om bij een eventuele inval in Taiwan de sancties te omzeilen die nu aan Rusland worden opgelegd.

China lijkt nu echter vooral sterk te willen overkomen in de zaak “Taiwan” om nationalistische propagandaredenen. Is het land echt bereid om een bloedig conflict te riskeren omwille van een eiland dat net zoals Hong Kong geleidelijk aan toch binnen haar invloedssfeer zal terechtkomen, al was het maar om puur commerciële redenen?  Dit terwijl de nagenoeg onafwendbare nederlaag in Oekraïne van Rusland een aantrekkelijke vazalstaat van China zou kunnen maken.  China krijgt nu al 30% korting op Russische olie, en andere goedkope grondstoffen wenken.  Waarom het je moeilijk maken als gemakkelijk ook gaat? Zulke houding ligt ook in het verlengde van de filosofie van Lao-Tse (stichter van het Taoïsme).

Daarnaast mogen we ook niet vergeten dat het niet al rozegeur en maneschijn is binnen het Chinese staatskapitalisme. Er is nog steeds een substantiele kapitaalvlucht aan de gang, en de vastgoedcrisis lijkt verre van opgelost.  Bovendien is er de dalende demografie (China’s bevolking groeit amper, en zal weldra zoals al langer in Japan beginnen dalen) en de hardhandige aanpak van corona die zelfs bij de onderdanige Chinezen grote weerstand oproept.  Stoere taal ten opzichte van Taiwan is één ding, maar de echt grote prijs wordt Rusland. En als dat wat langer gaat duren, daar kan Xi JinPing best mee leven.

 

Tweede inflatieopstoot op komst?

Hoewel Oekraïne langzaam maar zeker het tij aan het keren is na de Russische inval, lijkt een einde van het conflict nog niet in zicht. Het zou natuurlijk snel kunnen gaan, als China zelf druk zet. Terwijl het Russische leger een zekere nederlaag tegemoet lijkt te gaan, kan het conflict volgens diverse Westerse inlichtingendiensten zeker nog aanslepen tot het midden van volgend jaar. Maar ook hier weten we: niemand zag het conflict tijdig aankomen, het einde kan ook velen verrassen.  Voor het Westen heeft dit conflict voorlopig vooral gevolgen op de energiebevoorrading in fossiele brandstoffen, een sector waar het geopolitiek altijd al zwak gestaan heeft. De inflatiegolf is ook harnekkiger dan in de VS, omdat onze economie minder flexibel is, en de ECB (centrale bank) minder agressief kan optreden met een zuiderse eurocrisis als permanent risico.

Hoewel de gasprijs zich nu min of meer lijkt te stabiliseren (met  dank aan het milieu-onvriendelijke shale-gas), zit hij nog steeds op het zesvoudige van het jaarlijkse gemiddelde van de afgelopen tien jaar.  Dit en de stijging van grondstof prijzen (o.a. graan) was de hoofdoorzaak van de eerste inflatiegolf.  Tot voor de Russische inval voerde Europa (ondanks jarenlange waarschuwingen van de Verenigde Staten) 40% van haar gas in van uit Rusland.

Een tweede inflatie-opstoot zou kunnen komen door stijgende olieprijzen.  20% van de Europese olie-invoer komt momenteel nog steeds vanuit Rusland.  Het was de bedoeling van Europa (en de Verenigde staten) om vanaf 5 december een prijs-plafond in te voeren voor Russische olie, gekoppeld aan een volledige importstop vanuit Europa.  Daar heeft OPEC+ (op sleeptouw genomen door Rusland) een stokje voor gestoken door op 5 oktober een output-vermindering van 2 miljoen vaten per dag aan te kondigen. Het effect op de olieprijzen was wellicht teleurstellend voor het Kartel. In USD staan de prijzen ver onder hun piek van 2008, net voor de Grote Recessie. In euro staan ze echter substantieel hoger dan destijds, de zwakte van de euro is zo uitgesproken, dat we dicht bij het hoogste punt ooit staan. Zelfs zonder verdere stijging voedt het dus mee de inflatie. Tijdens het dieptepunt van Covid19 stonden we 80% (!) lager.

En dan is er nog de tegenwoordig vaak geroemde Europese solidariteit die door Duitsland bedreigd wordt.  Eerst was er de twijfelende houding van de regering Scholz om Oekraïne steun te verlenen. Nu komt daar de Duitse beslissing bovenop om 200 miljard euro aan energiesubsidies in de Duitse economie te pompen.  Alhoewel elk land energiesteun geeft, kan Duitsland dat veel meer door zijn gezonder begroting. Dit wordt door de zwakkere landen echter als deloyaal aangezien, en levert nieuwe spanningen op.  Net als ten tijde van de financiële crisis van 2008 komen de Europese landsgrenzen dus weer in zicht, en is het een beetje “ieder voor zich”. Maar dat was ook al tijdens de coronacrisis zo, op jacht naar mondmaskers, vaccins en toiletpapier…

Vervolgens zijn er de puur financiële evoluties.  We hebben er reeds vaak op gewezen dat de ingrepen van de Centrale banken na de financiële crisis het probleem van de systemische banken  verschoven hebben naar de centrale banken.  Quantitative easing en ‘whatever it takes’ hebben geleid tot asset-inflation (inflatie in financiële activa) en een misallocatie van kapitaal (onproductieve investeringen, zombiebedrijven,…). 

De waan en ook wel de belofte van diezelfde centrale banken dat lage interesten voor lange tijd bij ons zouden zijn hebben diverse overheden er bovendien van weerhouden om hun cumulatieve schulden af te bouwen.  De fameuze ‘rentesneeuwbal’ van de jaren 1980 leek definitief tot het verleden te behoren.  Quod non: de centrale banken hebben de post-corona inflatie-opstoot volkomen fout ingeschat, nog voor hoge energie- en grondstoffenprijzen er bovenop kwamen.  Na een ‘interest rate undershoot’ dreigt er nu een ‘interest rate overshoot’ te gebeuren.  De geloofwaardigheid van de centrale banken staat op het spel.  De recente interventies van de Bank of England tonen daarbij op pijnlijke wijze aan hoe moeilijk het is om QE balansen terug af te bouwen. De financiële markten zijn als een losgechoten bunjee-elastiek op zoek naar een nieuw evenwicht.

Econopolis vindt dat er vandaag teveel pessimisme is. Zoals boven in de inleiding gesteld: we zijn piek-oorlog, piek-inflatie en piek-paniek stilaan aan het voorbijsteken. Je kan wachten tot alle ongerustheid voorbij is, of je kan trachten in te schatten wat er al in de markten zit. China gaat Taiwan nu niet binnenvallen, en Rusland is aan het verliezen. Centrale banken zullen binnenkort geconfronteerd worden met hun eigen beloften en zeepbellen uit het verleden. Risicopremies zijn nu volgeladen. Het wordt tijd om wat rond te kijken en te shoppen.

Guy Van Habberney

Guy Van Habberney studeerde Economie, Politieke en Sociale Wetenschappen en Filosofie in Leuven en Antwerpen.  Hij begon zijn carrière als assistent Statistiek aan de KUL.  Daarna werkte hij gedurende 33 jaar voor het State Department als politiek-economisch adviseur.  Guy is Fellow van het Hogenheuvel College in Leuven en de Corporate Council van zijn faculteit aldaar.