Skip to the content

Beschermen grondstoffen u tegen inflatie?

Grondstoffen

Ronald Reagan had gelijk. Hij waarschuwde ons ooit dat inflatie zo gewelddadig is als een overvaller, zo angstaanjagend als een gewapende boef, en zo dodelijk als een huurmoordenaar. En dat was nadat de Amerikaanse inflatie in 1980 een piek van 15% had bereikt. Wij zitten nu dicht tegen die recordcijfers.

De recente inflatieopstoot zorgde de voorbije maanden voor de waardevernietiging van honderden miljarden op aandelen- en obligatiemarkten, en evengoed in de meer exotische hoeken van de financiële wereld zoals risicokapitaal, hefboomfondsen, en crypto. Maar één markt houdt moedig stand - die van de grondstoffen. Investeerders, opiniemakers en analisten staan nu in de rij om grondstoffen aan te bevelen als bescherming tegen inflatie en onvermijdelijke diversificatie van uw portefeuille. Hebben ze gelijk? En wat zijn de gevaren en kansen bij zo’n belegging?

 

Simpel? Nee!

Een recent onderzoek door Wisdomtree toont het verband tussen de toonaangevende consumentenprijsindex in de VS (headline CPI) en de brede grondstoffenindex (de Bloomberg commodity total return index). Tussen 1960 en 2021 bleek dat verband positief (2,46), terwijl het voor aandelen en obligaties negatief is. Hetzelfde onderzoek concludeert dat grondstoffen het vooral goed doen bij onverwachte inflatie, en dan zeker bij een inflatieopstoot van meer dan 5%. Fondsenbeheerder Vanguard drukt het zo uit: in de laatste tien jaar stegen grondstoffen 7 à 9 procent voor elke procent onverwachte inflatie (het verschil tussen verwachte en gerealiseerde inflatie).

Grondstoffen volgen een typisch patroon: ze bewegen weinig bij lage inflatie, herstellen wanneer de inflatie oppikt, en versnellen wanneer de inflatie boven de 5% uitstijgt. Ze lijken dus een must-have tijdens een periode van hoge inflatie zoals we die vandaag kennen. De meest recente cijfers bevestigen dit. De inflatie versnelde van 0% in maart 2020 tot bijna 10% vandaag, door een combinatie van monetaire en fiscale stimuli (centrale banken die hun rentes verlagen, overheden die hun investeringen opkrikken), problemen in toeleveringsketens omwille van lockdowns, stilgelegde fabrieken en de oorlog in Oekraïne. In diezelfde periode steeg de referentie-index voor grondstoffen (Commodity Research Bureau Index) met bijna 70%.

 

Simpel, toch? Helaas. Drie factoren vertroebelen het bovenstaande plaatje.

Ten eerste zijn hogere grondstofprijzen niet alleen een gevolg van, maar vooral een reden voor hogere inflatie. Zo’n 45% van de Amerikaanse inflatie, en 47% van de inflatie in de eurozone, is gelinkt aan prijzen van grondstoffen, vooral energie, maar in toenemende mate ook voeding en halfafgewerkte producten. Inflatie duikt pas op nadat de bodem van grondstofprijzen bereikt is, en de belegger verdient dus pas geld wanneer hoge grondstofprijzen tot algemene, breed gedragen prijsstijgingen leiden.

Ten tweede dalen de prijzen van grondstoffen op het moment dat de inflatie nog hoog is, maar niet langer stijgt. Dat blijkt ook uit de Wisdomtree-studie. Beleggers moeten de inflatiepiek dus correct inschatten, en net daarvoor uit hun grondstoffenbeleggingen stappen. Good luck!

Ten derde provoceert een inflatoire spiraal een respons van de centrale banken, zeker in de mature markten. Die verhogen de rentes en verminderen hun obligatieaankopen om de inflatie de kop in te drukken. Daarmee riskeren ze echter de economie in een recessie te brengen. En grondstoffen anticiperen vroeg op een recessie. Ze corrigeren op dat moment heel snel en heel hard. Kijk naar de recente geschiedenis. De CRB grondstoffenindex steeg met 11,5%, terwijl de S&P500 met bijna 20% corrigeerde (op 1 mei 2022). Toen kwam Jerome Powell’s Fed met zijn felle bezwering dat hij de inflatie zou intomen. Analisten begrepen daaruit dat de inflatie op 10% zou pieken, en de grondstoffenprijzen doken pijlsnel naar beneden. Op twee maanden tijd verloor de index de volledige winst van het jaar. Een verkeerde timing kan in deze activa heel hard zijn, op grondstoffenmarkten nog veel meer dan in andere financiële markten.. Er is een grote mate van onvoorspelbaarheid en volatiliteit omdat speculatie en een beperkt aantal grote spelers de markten doen bewegen.  

 

Een markt voor professionals en insiders

De grondstoffenmarkt is niet homogeen. Er zijn heel veel verschillende grondstoffen, die allemaal verschillende cycli en uiteenlopende prestaties hebben over verschillende periodes. Zo deed katoen het goed in 2010 omwille van de uitzonderlijke koude in China. Koffie profiteerde dan weer van te veel regen in Brazilië. Voor beleggers in varkensvlees daarentegen was het vet van de soep toen de varkenspest in Azië uitbrak.

Het leidt ons tot de conclusie dat grondstoffen eigenlijk geen afzonderlijke vermogensklasse zijn, zoals aandelen, staatsobligaties of bedrijfsobligaties. De grondstoffenmarkt, en dan vooral de futuresmarkt, ontleent haar reden van bestaan  vooral bij gratie van de producenten (oliebedrijven, mijnbouwers of landbouwers), handelaars, en verwerkers die bepaalde risico’s willen afdekken. De dagelijkse handel in de futuresmarkt wordt bovendien gedomineerd door een handvol grote handelshuizen (bijvoorbeeld Cargill in landbouw en Glencore in industriële metalen) en trading desks van de grote producenten, vooral dan in energie. Zij kennen de hele ketting, van productie tot eindklant, door en door, zodat zij kunnen inspelen op fluctuaties in de markt op een manier die simpelweg niet is weggelegd voor een niet-gespecialiseerde belegger.

Voor wie het toch wil proberen, lijken investeringen via ETF’s een efficiënte manier. Zij kunnen onmogelijk fysieke grondstoffen aanhouden, dus kopen zij futures. Dat heeft wel een stevig prijskaartje. Op grondstoffenmarkten worden meestal kosten aangerekend gelinkt aan onder andere de opslagplaats, verzekering, en transport. De impact hiervan op het rendement van de ETF’s, die bij elk verloop van een futures contract een nieuw contract moeten openen, is substantieel. Een extreem voorbeeld zagen we in de aardgasmarkt in de VS in 2020, waar de spotprijs met 13% steeg, terwijl de  S&P GSCI Natural Gas Total Return Index, waarin de bovenstaande kost zit verwerkt, maar liefst 45% verloor.

 

Besluit

Morningstar is geen grote fan van de activaklasse. Het schreef in 2021 een opiniestuk met als titel “Commodities: Inflation Hedge or Fools Gold?”. Het artikel eindigde met een vernietigende statistiek: ook al zette de grondstoffenindex S&P GSCI spot index gedurende de laatste 20 jaar een jaarlijkse return van 6,2% neer, voor de total return index bleef slechts een schamele 0,2% van over. Dat is een underperformance van maar liefst 550% versus de S&P500.

Op lange termijn heeft het weinig zin om in grondstoffen te beleggen. Een buy- and-hold-strategie werkt hier dus niet. Dat is het grote contrast met investeren in aandelen, waar het, mits voldoende geduld, en een verstandige selectie, meestal wel goed komt op lange termijn.

Bij grondstoffen is timing zoals gezegd uiterst belangrijk. Professionelen die een uniek inzicht hebben in vraag en aanbod van individuele grondstoffenmarkten kunnen misschien hopen op aantrekkelijke winsten. Ook wie zich op korte termijn wil indekken tegen inflatie kan soelaas vinden in grondstoffenmarkten. Instappen net voor of bij het begin van de inflatieopstoot, en uitstappen voor de inflatie piekt. Als u mist, gaat het heel snel heel fout. Als u dat perfect kan, moet u trader in grondstoffen worden, maar als belegger zal het niet lukken.

Philippe Piessens

Philippe Piessens

Philippe Piessens is Senior Wealth Manager bij Econopolis Wealth Management. Philippe heeft een ruime ervaring in de financiële sector, met een focus op aandelen. Hij begon zijn carrière in 2001 bij Lehman Brothers in Londen, en werkte daarna bij HSBC en Kepler Cheuvreux. Daarnaast is hij actief in kunst, als verzamelaar en adviseur, en in vastgoed, via een familie holding. Philippe behaalde een BSc in International Relations aan de London School of Economics.