Siddy Jobe behaalde het diploma van Master in Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen en van Master in Financieel Management aan de Vlerick Business School. Gepassioneerd door innovatie en ondernemerschap, nam hij ook deel aan een Executive Master in Venture Capital aan de Berkeley Haas School of Business. Voordat hij bij Econopolis kwam, leidde hij het Investor Relations & Treasury-departement van Orange Belgium, een beursgenoteerd telecombedrijf, gedurende 6 jaar. Siddy bekleedde ook de positie van Telecom, Media & Technology-analist bij Bank Degroof tussen 2005 en 2012. Verder is hij ook actief in de adviesraad van StartupVillage en The Beacon, een business- en innovatieknooppunt in Antwerpen dat zich richt op Internet of Things en Artificial Intelligence op het gebied van industrie, logistiek en slimme stad.
Europa’s AI Ambitie: €200 miljard om de technologiekloof te dichten
» EU Invest AI: Een ambitieus plan van €200 miljard dat beoogt Europa’s positie in de mondiale AI-race te versterken
» Europese kampioenen: ASML, Adyen, SAP, Siemens en Dassault Systems bewijzen Europa’s innovatiekracht en zijn essentieel voor digitale soevereiniteit
De grootste zijn is geen must, maar het is wel handig
De marktkapitalisatie van de Euro Stoxx 600 bedraagt circa €15.000 miljard. Hierbinnen nemen de Euro Stoxx 600 Technology en Euro Stoxx 600 Telecom sub-indices respectievelijk ongeveer 8% en 2,5% in, samen goed voor circa €1.600 miljard. Vergelijken we dit met de Amerikaanse tegenhanger, de S&P 500, die een marktkapitalisatie heeft van ongeveer $44.400 miljard, dan zien we dat de technologiesector, de S&P 500 Technology, daar een veel groter deel voor zijn rekening neemt: ongeveer 30%, goed voor €13.000 miljard. Dit bedrag is bijna 86% van de totale Euro Stoxx 600. Bovendien vind je in de Amerikaanse index heel wat bedrijven die feitelijk technologiebedrijven zijn maar in andere sectoren zijn ingedeeld, zoals “Financials” (PayPal, Mastercard, Visa) en “Consumer Discretionary” (Amazon, Tesla). Wanneer we naar Azië kijken, zien we dat de MSCI Asia Pacific index ook een marktkapitalisatie heeft van ongeveer €14.000 miljard, waarbij de technologiesector daar ongeveer 40% vertegenwoordigt met circa €5.200 miljard – ongeveer 3,5 keer groter dan de Europese tech-sector. Met giganten als TSMC (Taiwan), Samsung (Zuid-Korea), Tencent en Alibaba (China) heeft Azië een sterke positie in de wereldwijde technologiemarkt opgebouwd. Europa staat dus voor een dubbele uitdaging: niet alleen de technologische kloof met de Verenigde Staten overbruggen, maar ook met Azië, dat in snel tempo zijn eigen technologische ecosysteem heeft ontwikkeld.
Een grote marktkapitalisatie is geen vereiste om het hoogste rendement te behalen, iets wat we dit kwartaal voor het eerst in lange tijd hebben kunnen vaststellen. Anderzijds zegt het wel iets over de dominantie van de Amerikaanse en Aziatische technologiebedrijven in de wereldeconomie en daarmee ook in de Europese economie. Deze dominantie vertaalt zich in grotere R&D- en investeringsbudgetten, uitgebreidere patentportefeuilles en een rijke pool van gespecialiseerde toptalenten, die ironisch genoeg soms in Europa zijn opgeleid.
EU Invest AI: Europa’s strategische zet
Tegen deze achtergrond heeft de Europese Unie haar ambitieuze “EU Invest AI” plan aangekondigd, een programma dat maar liefst €200 miljard wil mobiliseren voor investeringen in kunstmatige intelligentie. Dit initiatief vormt een strategisch antwoord op de technologische wedloop waarin Europa zich bevindt tegenover de Verenigde Staten en China. De kern van het plan is het bundelen van publieke en private middelen, waarbij de EU zelf €50 miljard investeert en de rest moet komen van privé-investeerders, nationale overheden en institutionele fondsen. De focus ligt op vier pijlers: onderzoek en ontwikkeling, infrastructuur, menselijk kapitaal en toegepaste AI-innovatie in sectoren waar Europa traditioneel sterk staat, zoals industrie, gezondheidszorg en mobiliteit.
Noodzaak of Luxe?
De noodzaak voor Europa om bij te blijven in de AI-race kan nauwelijks worden overschat. Niet alleen dreigt Europa verder achterop te raken qua economische groei, maar er staat ook strategische autonomie op het spel. Wie de AI-technologie beheerst, bepaalt in toenemende mate de internationale standaarden en heeft een voorsprong in militaire capaciteit, economische productiviteit en wetenschappelijke vooruitgang.
We gaan de concurrentie aan met Amerikaanse en Chinese bedrijven.
Hoe indrukwekkend ook, het is wel een feit dat €200 miljard nog steeds bescheiden is vergeleken met de investeringen in de VS en China. Alleen al de “Big Five” Amerikaanse techbedrijven (Apple, Microsoft, Alphabet, Amazon en Meta) investeren in 2025 naar verwachting ongeveer €243 miljard in R&D, waarvan naar schatting €155 miljard gericht zal zijn op AI en gerelateerde technologieën. Daarnaast investeren zij nog eens ca. €213 miljard aan kapitaaluitgaven specifiek voor AI-infrastructuur. Hun gecombineerde AI-investeringen (R&D en capex) worden dus geschat op ongeveer €368 miljard – 1,8 keer het EU-plan, maar dan van slechts vijf bedrijven.
Kan de Europese AI-ambitie slagen?
Het succes van EU Invest AI zal afhangen van verschillende factoren. De Europese aanpak kenmerkt zich door een sterkere focus op regulering (denk aan de “AI Act”) en ethische overwegingen. Dit kan enerzijds een belemmering vormen voor snelle innovatie, maar anderzijds ook leiden tot betrouwbaardere en maatschappelijk acceptabelere AI-systemen – potentieel een concurrentievoordeel op langere termijn.
Een tweede kritische succesfactor is het vermogen om het versnipperde Europese onderzoekslandschap te verenigen en start-ups te helpen doorgroeien tot wereldspelers. De Europese markt blijft gefragmenteerd, met verschillende talen, regelgeving en zakelijke culturen. Het plan voorziet in mechanismen om deze barrières te slechten. Onlangs opende OpenChip, een nieuw chipbedrijf en niet te verwarren met OpenAI, een softwareafdeling in het Wintercircus in Gent om Europese artificiële intelligentie te ontwikkelen. Het bedrijf heeft al vestigingen in Italië, Polen en Spanje. “We gaan de concurrentie aan met Amerikaanse en Chinese bedrijven” klonk het zelfverzekerd.
Europese kampioenen als hoeksteen
Europa beschikt reeds over technologiebedrijven van wereldklasse die een cruciale rol kunnen spelen in dit AI-offensief. ASML, wereldleider in chipmachines, levert de essentiële hardware-infrastructuur waarop AI-systemen draaien. Zonder ASML’s EUV-lithografiemachines zouden de meest geavanceerde chips, noodzakelijk voor AI-training, niet kunnen worden geproduceerd. Adyen heeft bewezen dat Europa kan excelleren in fintech, met een betalingsplatform dat geavanceerde AI-algoritmes gebruikt voor fraudedetectie en transactieoptimalisatie. Hun technologie vormt een essentiële schakel in het digitale economische ecosysteem. SAP, Europa’s grootste softwarebedrijf, integreert AI in zakelijke processen en heeft de potentie om de Europese benadering van verantwoorde AI te verankeren in bedrijfssoftware wereldwijd. Met hun uitgebreide klantenbestand kunnen ze AI-toepassingen op grote schaal implementeren. Siemens, toonaangevend in industriële automatisering en digital twins, gebruikt AI om productielijnen slimmer en energie-efficiënter te maken, en speelt daarmee een sleutelrol in de digitale transformatie van de maakindustrie. Dassault Systèmes, specialist in 3D-ontwerpsoftware en simulatie, integreert AI in zijn virtuele ontwerpplatforms om innovatie te versnellen in sectoren als luchtvaart, farma en duurzame mobiliteit.
Europese kampioenen op wereldniveau
Deze Europese kampioenen bewijzen dat het continent de innovatiecapaciteit bezit om wereldwijd te concurreren. Het EU Invest AI programma kan voortbouwen op hun ervaring, terwijl het tegelijkertijd werkt aan het cultiveren van de volgende generatie technologieleiders. De uitdaging is formidabel, maar de inzet – Europa’s technologische soevereiniteit en economische toekomst – is te belangrijk om te laten schieten.