Skip to the content

De Wever I: Een Langverwachte Regering - Wat het betekent voor België

Na zes maanden onderhandelen heeft België eindelijk een nieuwe federale regering. De coalitie-De Wever I is merkbaar slanker dan voorgaande regeringen, met 15 ministers inclusief de premier. Hoewel deze efficiëntie wordt toegejuicht, betekent het ook dat sleutelministers zoals Jan Jambon (Financiën, Belastingen en Pensioenen) en Frank Vandenbroucke (Sociale Zaken en Volksgezondheid) aanzienlijke verantwoordelijkheden dragen.

De coalitie wordt de “Arizona-coalitie” genoemd, een verwijzing naar de kleuren van de deelnemende partijen (blauw voor de Waalse liberalen, geel voor N-VA, oranje voor CD&V en Les Engagés, en rood voor de Vlaamse socialisten). Deze regering staat voor aanzienlijke economische en sociale uitdagingen. Hier zijn vier kernpunten vanuit economisch perspectief:

1/ De begroting is voluntaristisch en vereist aanvullende maatregelen om de Europese doelstellingen te halen

De begrotingsplannen bevatten duidelijke cijfers, maar steunen op optimistische aannames en beleidsmaatregelen die nog niet zijn ingevuld. Dat is niet ongewoon in de Belgische begrotingsgeschiedenis, maar de regering-De Wever I tilt dit naar een nieuw niveau. In het verleden zorgden de hervormingen van Martens (jaren ‘80) en Dehaene (jaren ‘90) voor aanzienlijke begrotingswinsten, die substantieel bijdroegen aan deficitvermindering. Deze winsten waren echter het resultaat van diepgaande structurele hervormingen. In tegenstelling hiermee heeft de huidige regering al besparingen ingeboekt voordat de noodzakelijke hervormingen volledig zijn doorgevoerd.

Een belangrijke maatregel is de afschaffing van het Belgische systeem van onbeperkte werkloosheidsuitkeringen. Toch ligt het werkelijke probleem elders: langdurige ziekte-uitkeringen kosten inmiddels dubbel zoveel als werkloosheidsuitkeringen.

Een werkgelegenheidsgraad van 80% zou economische groei en hogere belastinginkomsten opleveren. Maar zonder concrete uitvoeringsplannen blijft dit een ambitie in plaats van een realistisch pad vooruit. Als de doelstellingen niet worden gehaald, dreigen belastingverhogingen, wat de publieke onvrede en coalitiespanningen zou vergroten—een aanzienlijk risico voor deze regering.

2/ De Arizona-regering legt de nadruk op sociale thema’s, ten koste van economische thema’s

De hoofdonderhandelaars van de Arizona-coalitie tonen een grotere affiniteit met maatschappelijke thema’s zoals veiligheid, defensie, migratie en openbare orde. Hiermee spelen ze in op een diepgewortelde frustratie die extreme partijen aan beide zijden van het politieke spectrum heeft versterkt. Dit wordt gezien als een laatste kans om kritiek op gebrekkig migratiebeleid, afgenomen defensie-uitgaven en inefficiënties in justitie en politie te counteren.

Ondertussen blijven economische en industriële uitdagingen, zoals recente fabriekssluitingen, zwakke jobcreatie en een gebrek aan ondernemerschap, grotendeels onderbelicht. Deze problemen worden vaak als regionale kwesties gezien, maar zonder federale steun en concrete maatregelen zullen structurele verbeteringen uitblijven.

Bart De Wever, als historicus, stelt maatschappelijke samenhang boven economische prioriteiten en ziet het bedrijfsleven vooral als een middel om budgettaire doelstellingen te bereiken, in plaats van een kernpunt van beleid. Dit contrasteert met de regeringen-Martens en -Dehaene, die bij soortgelijke budgettaire uitdagingen meer nadruk legden op economisch herstel en structurele hervormingen.

3/ De veelbesproken meerwaardebelasting zal meer kosten dan ze opbrengt

Er is een meerwaardebelasting van 10% ingevoerd—iets wat zelfs vorige linkse regeringen niet wisten te realiseren. Deze belasting heeft meer aandacht gekregen dan bijvoorbeeld ideeën om de recordhoge overheidsuitgaven en de “big state” in te perken.

De exacte modaliteiten blijven onduidelijk, en het risico bestaat dat de belasting onnodig complex wordt met ongewenste neveneffecten. Zo zou de focus kunnen verschuiven naar het vermijden van belastbare meerwaarden, terwijl een fiscaal systeem juist moet aanmoedigen om meerwaarde en extra welvaart te creëren.

België is mogelijk het enige land waar “de sterkste schouders belasten” expliciet als beleidsdoel wordt vermeld, terwijl andere landen juist concurreren om toptalent en vermogende individuen aan te trekken en te behouden.

Dit beleid ondermijnt een van de laatste concurrentievoordelen van België op het gebied van buitenlandse investeringen, ondernemerschap en risicokapitaal. Hierdoor zullen diplomaten en economische beleidsmakers meer moeite hebben om investeerders te overtuigen voor België te kiezen, nu het land zich steeds meer positioneert als het meest complete belastingmuseum ter wereld.

4/ Klimaat- en energiebeleid: oude doelstellingen, nieuw beleid

België blijft toegewijd aan het Klimaatakkoord van Parijs, maar heeft zijn koers rond kernenergie gewijzigd—een noodzakelijke aanpassing, al komt deze mogelijk te laat. Het energiebeleid richt zich nu op het behouden van 4GW aan nucleaire capaciteit, maar de stijgende systeemkosten voor hernieuwbare infrastructuur blijven een uitdaging. Dit vraagt tijd, goed gedefinieerd beleid en sterk leiderschap, ook binnen overheidsbedrijven.

De impact op de concurrentiepositie van België, en de industrie in het bijzonder, zou echter sneller voelbaar kunnen zijn dan de voordelen van de aangepaste beleidskoers.

 

Het bredere plaatje

De opluchting dat er eindelijk een regering is, wordt nu gemengd met bezorgdheid over het akkoord en de gevolgen ervan voor verschillende belanghebbenden.

We zijn voorzichtig optimistisch, gezien het complexe institutionele landschap van België en de grote invloed die kleine partijen kunnen uitoefenen op het uiteindelijke beleid. Toch blijven onze grootste zorgen bestaan: het uitblijven van een inperking van de “big state” (een D.O.G.E.-light-aanpak zou welkom zijn), het gebrek aan substantiële maatregelen om de concurrentiekracht te herstellen, en de zwakke begrotingswaarborgen.

Positief is dat de hervormingen van de arbeidsmarkt en pensioenen, hoewel bescheiden, een stap in de goede richting zijn. Een pragmatischere benadering van klimaat- en energiebeleid is eveneens een welkome verschuiving. Ten slotte is de grotere focus op “maatschappijvorming” zowel belangrijk als actueel, en we hopen dat deze tastbare resultaten oplevert.

België heeft sterk leiderschap, gedurfde economische maatregelen en een hernieuwde focus op groei nodig. De Arizona-coalitie heeft een historische kans—maar zal ze die grijpen?

Geert Noels

Geert Noels

Geert Noels is CEO en Hoofdeconoom van Econopolis, een onafhankelijke vermogensbeheerder en economisch adviesbureau. Hij is vooral bekend bij het grote publiek door zijn columns in verschillende kranten en zijn aanwezigheid in economische tv- en radioprogramma's. Zijn advies wordt regelmatig gevraagd door verschillende organisaties en autoriteiten, die zijn creatief denken en volledig onafhankelijke macro-economische visie waarderen. Hij is auteur van Econoshock (2008), dat handelt over de zes schokken die momenteel onze economie, maatschappij en dagelijks leven veranderen. Econoshock vormt ook de basis en de leidraad voor de strategieën van Econopolis. In 2019 kwam zijn tweede boek Gigantisme uit. Gigantisme is een stevig pleidooi tegen bedrijven en organisaties die steeds groter en machtiger worden. Het doodt gezonde concurrentie, leidt tot niet duurzame groei en brengt de mens in verdrukking. In Gigantisme stelt Geert tien oplossingen voor die de economische spelregels bijstellen, de giganten temmen en de mens en het milieu weer een plaats geven in de wereldeconomie. De toekomst zal kleiner, trager en menselijker zijn. In december 2022 verscheen het laatste boek van Geert Noels "De Klimaatschok - 20 oplossingen voor overheid, bedrijven en burgers in België", geschreven met collega's Kristof Eggermont en Yanaika Denoyelle. Het boek beschrijft hoe we deze urgente crisis kunnen aanpakken én aanwenden om België welvarender te maken en schetst een realistisch beeld van een mooie toekomst. 

comments powered by Disqus